Hoe u het apparaat voorbereid voor gebruik
U kunt het apparaat aansluiten op het normale stroomnet (230 V~/ 50 Hz).
De warmte die tijdens gebruik ontstaat moet door voldoende luchtcirculatie afgevoerd
worden. Daarom mag het apparaat niet afgedekt of in een gesloten kast geplaatst worden.
Zorg voor een vrije ruimte rondom het apparaat van tenminste 10 cm.
Hoe u de antenne- ontvangst verbeterd:
Het aantal en de kwaliteit van de ontvangen zenders is afhankelijk van de ontvangstcondities
op de opstelplaats. Met de DAB-/FM- telescoopantenne (4) kan een goede ontvangst bereikt
worden. Deze antenne moet met de gehele lengte op de beste ontvangst gericht worden.
Opmerking voor een ontvangstverbetering:
Voor de ontvangst van digitale radiostations (DAB-werking) moet de telescoopantenne (4)
beslist met de volledige lengte gepositioneerd worden.
Start eerst het zoeken naar zenders aan een venster in richting van de zendmast.
Trek de antenne volledig uit, draai de antenne in verschillende richtingen, schuif
eventueel de antenne weer een stuk in.
•
Bij slecht weer kan de DAB-ontvangst beperkt zijn.
Opmerking
Met behulp van de signaalsterkte-indicator en de signaal foutindicatie (signal error rate) kunt
u de optimale antennerichting en de beste opstelplaats vinden.
Hoe u de batterijen plaatst
Draai het apparaat om, zodat u het batterijvak (23) aan de onderkant open kunt maken.
Zie pag. 4.
Voor de stroomnet onafhankelijke werking heeft u 8 alkaline batterijen type baby, 1,5 V,
LR14/C nodig (batterijen worden niet meegeleverd). Let daarbij op de juiste polariteit.
Zie de opdruk in het batterijvak.
Sluit het batterijvak. De houderlipjes van het deksel moeten daarbij in de behuizing
inklinken.
12