Rookmelder op netvoeding
Commerciële referentie: 2201
Ontwikkeld door CAVIUS
De rookmelder is bestemd voor plaatsing in
woningen.
LEES VOOR GEBRUIK DE GEBRUIKSAAN-
WIJZING ZORGVULDIG DOOR EN BEWAAR
DEZE VOOR LATER GEBRUIK.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES:
Het apparaat wordt geleverd met een 3V lithium-
batterij. Er moet voorzichtig met batterijen worden
omgegaan en apparaten die op batterijen werken,
moeten buiten het bereik van kinderen worden ge-
houden. Probeer de batterijen niet op te laden of
te verbranden.
TECHNISCHE INFORMATIE:
De rookmelder werkt op elektriciteit (110-230V
AC), met een reserve lithiumbatterij CR2.
De rookmelder kan draadloos verbonden worden
met andere 2201 melders en met andere draad-
loze melders van Cavius.
Het maximale aantal melders dat met elkaar kan
worden verbonden binnen een huisgroep is 32.
Let op: Dit moeten wel melders zijn van CAVIUS
De afstand tussen verbonden melders is afhanke-
lijk van de indeling van de woning en de melders
moeten altijd na installatie worden getest. De aan-
bevolen afstand tussen melders mag bij voorkeur
niet meer zijn dan 10 m.
Diameter: 97mm. Hoogte: 41 mm (zonder monta-
gevoet) 52 mm (met montagevoet).
Voldoet aan normen: EN14604:2005 + AC:2008,
EN300-220, EN50130-4:2011, EN60065.
EN60950-1, RoHs, Reach.
KAMER-
FILTER
TESTKNOP
SIRENE
1. MELDERS INSTELLEN EN VERBINDEN:
Trek eerst de isolatiestrip uit het
batterijcompartiment zoals afgebeeld.
ISOLATIE-
STRIP
Let op: RF-verbinding moet tot stand worden
NL
gebracht als het toestel uitsluitend voeding
van de batterij ontvangt. Niet aansluiten op
het elektriciteitsnet. Het productlabel mag niet
worden verwijderd, omdat het belangrijke infor-
matie over het product bevat.
Alle melders die met elkaar moeten worden ver-
bonden in de woning, moeten in de 'Leermodus'
worden gezet door het schuifje op de achterzijde
van de melder in de stand 'Learn Mode' te zetten.
1
Let op: Het schuifje voor 'Leermodus' op de ach-
terkant van de melder kan alleen in de 'leer'-stand
worden gezet als de melder van de elektriciteit is
afgekoppeld. Het schuifje voor 'Leermodus' zal
automatisch naar de normale stand gaan als de
melder in de sokkel wordt gemonteerd.
De rode LED gaat branden als teken dat de 'Leer-
modus' is geselecteerd.
Verwijder de batterij tijdens de 'Leermodus' niet,
omdat dit het leerproces onderbreekt.
Houd de alarmknop op één melder ingedrukt tot
er een piepje klinkt en de LED knippert. Deze
melder wordt de master-melder en zal een spec-
ifieke huiscode gaan versturen naar de andere
melders.
1
OPTIONEEL GAT
VOOR LAMPSNOER
RODE EN GROENE
LED
Zodra de andere melders de specifieke huiscode
ontvangen, zal de LED op hun toestel gaan knip-
peren.
PRODUCTLABEL
NIET
VERWIJDEREN
NORMALE MODUS
LEERMODUS
2
2
1
Als de rode LED op alle detectoren knippert,
zijn de detectoren aangesloten en MOETEN ZE
UIT DE "LEERMODUS" WORDEN GEHAALD
en geïnstalleerd.
Markeer de 'master' melder waarop de overige
melders zijn ingeleerd om eenvoudig nieuwe
CAVIUS wireless family melders aan het systeem
toe te voegen.
2. DE BESTE LOCATIES VOOR DE ROOK
MELDER:
• Let op de voorschriften in uw land bij het installeren.
• Let op lokale regelgeving over informatie van uw
verzekering inzake geplaatste rookmelders.
• Installeer een melder minimaal tussen mogelijke
bronnen van brand en slaapkamers.
• Plaats een melder op elke verdieping, in hallen
en trappenhuizen.
• Plaats een melder in elk vertrek zoals slaap-
kamers en woonkamers.
Extra melders verhogen de veiligheid.
3. LOCATIES ONGESCHIKT VOOR DE ROOK
MELDER:
• In stoffige ruimtes.
• Bovenin spits toelopende plafonds, in plafond
hoeken of binnen 50cm vanaf een wand.
• In ruimtes waar de temperatuur lager dan +4°C
of hoger dan 38°C kan komen of met een relatieve
vochtigheid van 90% niet-condenserend.
• In keukens, garages, washokken of te dicht bij
open haarden; plekken waar vocht, gassen of
rook kunnen optreden.
Plaats de melder op bereikbare plekken voor het
testen van het alarm en voor onderhoud.
4. PLAATSING:
De rookmelder is bestemd voor installatie aan
een plafond.
Bij minimaal één rookmelder per verdieping en
een maximale afstand tussen rookmelders van
10 meter.
Installatie aan een plafond:
De rookmelder moet minimaal 50 cm vanaf de
wand worden geplaatst.
Plafond
Wand
Minimaal 50 cm
vanaf de wand
Installatie aan een gewelfd of spits toelopend
plafond:
Spits toelopend plafond