Bediening
Opmerkingen:
• Vermijd open deuren en ramen.
• Het apparaat werkt na het inschakelen volautomatisch.
• De compressor zal na ca. 3 minuten na het inschakelen
van het apparaat ook inschakelen.
Bedieningspaneel
14
13
Nr. Aanduiding
Betekenis
9
Dubbele teller
Weergave voor bedrijfsuren en
energieverbruik
10
Draaischakelaar
Keuze relatieve
ruimteluchtvochtigheid hygrostaat
11
Netschakelaar
Apparaat in- en uitschakelen
Brandt, als het apparaat is
ingeschakeld
12
Lamp Status
Knippert langzaam tijdens bedrijf
Knippert snel bij storingen
13
Toets
Handmatige activering van de
Condensafvoer
condenspomp
Brandt tijdens bedrijf van de
condenspomp
14
Tuimelschakelaar
Keuze van de comfort- of
FUNCTION
prestatiefunctie
NL
Waarschuwing voor elektrische spanning
Gevaar voor een elektrische schok!
Het apparaat heeft niet de betreffende
beschermingsgraad voor gebruik in natte ruimten.
Er bestaat gevaar voor een elektrische schok!
Gebruik het apparaat nooit in natte ruimten (bijv. in
badkamers en spoelkeukens) en dompel het nooit
onder in water!
Het apparaat is uitgerust met een dubbele teller. De dubbele
teller registreert te bedrijfsuren en het energieverbruik en is
gecertificeerd volgens MID (Measuring Instruments Directive -
Richtlijn 2004/22/EG). De kWh-weergave is vanuit de fabriek
geijkt en kan worden gebruikt voor verrekening. Neem hiervoor
9
contact op met de Trotec-klantenservice.
Apparaat inschakelen
Nadat het apparaat, zoals in het hoofdstuk montage en in
gebruik nemen is beschreven, klaar voor gebruik is opgesteld
kan het worden ingeschakeld.
10
1. Het apparaat uitschakelen, door de netschakelaar (11)
naar de stand I te schakelen.
2. Controleer of het lampje in de netschakelaar (11) brandt en
de lamp Status (12) langzaam knippert.
3. Regel de ruimteluchtvochtigheid met de
draaischakelaar (10).
4. Zodra condens ontstaat, start de condenspomp
11
automatisch. Voor het handmatig activeren van de
condenspomp, drukken op de toets Condensafvoer (13). Bij
12
actieve condenspomp brandt de toets Condensafvoer (13).
Continubedrijf
Tijdens continubedrijf ontvochtigt het apparaat de lucht continu
en onafhankelijk van het vochtgehalte. Voor het starten van
continubedrijf, de draaischakelaar (10) naar max. draaien.
Ruimteluchtvochtigheid regelen
1. De gewenste ruimteluchtvochtigheid instellen met de
draaischakelaar (10) van de hygrostaat.
2. Controleer de luchtvochtigheid na ca. 24 uur met een
thermohygrometer.
ð Is de lucht te droog (luchtvochtigheid te laag), de
draaischakelaar (10) iets in de richting MIN draaien.
ð Is de lucht te vochtig, de draaischakelaar (10) iets in de
richting MAX draaien.
3. Wacht telkens na het wijzigen van de hygrostaatinstelling
24 uur en herhaal deze procedure, tot de gewenste
ruimteluchtvochtigheid is bereikt.
ð Wordt de ingestelde ruimteluchtvochtigheid bereikt,
schakelen de compressor en de ventilator van het
apparaat automatisch uit.
ð Wordt de ingestelde ruimteluchtvochtigheid
overschreden, zullen de compressor en ventilator
automatisch weer opstarten. De ruimtelucht wordt
ontvochtigd.
luchtontvochtiger TTK Qube
9