LET OP!
Vloerverwarmingssystemen worden normaal gesproken
ingesteld tussen 35 en 45 °C.
Controleer de max. temperatuur voor uw vloer bij uw installateur/vloerleve-
rancier.
Het getal aan het einde van de stooklijn geeft de helling van de stooklijn aan.
Het getal naast de thermometer geeft de verschuiving van de stooklijn aan.
Gebruik de selectieknop om een nieuwe waarde in te stellen. Bevestig de
nieuwe instelling met een druk op OK [OK].
Stooklijn 0 is een persoonlijke stooklijn gemaakt in menu 1.9.7.
Een andere stooklijn(helling) selecteren:
Voorzichtig!
Als u maar één verwarmingssysteem hebt, is het nummer van de stooklijn
al gemarkeerd wanneer het menuvenster wordt geopend.
1.
Selecteer het systeem (indien er meerdere zijn) waarvan u de stooklijn
wilt wijzigen.
2.
Wanneer de systeemselectie is bevestigd, wordt het nummer van de
stooklijn gemarkeerd.
3.
Druk op OK [OK] om de instelmodus te openen.
4.
Selecteer een nieuwe stooklijn. De stooklijnen zijn genummerd van 0 tot
15. Hoe groter het nummer, hoe steiler de helling en hoe hoger de aan-
voertemperatuur. Stooklijn 0 betekent dat
wordt gebruikt.
5.
Druk op OK [OK] om de instelling te verlaten.
Een stooklijn aflezen:
1.
Draai de selectieknop dusdanig dat de ring op de as met de buitentem-
peratuur is gemarkeerd.
2.
Drukt u op OK [OK].
3.
Volg de grijze lijn tot aan de stooklijn en vervolgens naar links om de
waarde af te lezen voor de aanvoertemperatuur bij de geselecteerde
buitentemperatuur.
36
Hoofdstuk 3 |
F1145PC – tot uw dienst
max. aanvoertemp.
eigen stooklijn
(menu 1.9.7)
NIBE™ F1145PC