BEKOMAT
®
13i / 13i CO / 13i CO PN50
2.5.6 Instandhouding
Een ondeskundige uitvoering van de instandhoudingswerkzaamheden kan ernstige verwondingen of de dood van
personen tot gevolg hebben.
Neem voor een veilige instandhouding en reparatie de volgende punten in acht:
•
Bij alle werkzaamheden aan het product of aan het toebehoren een geschikte beschermende uitrusting gebruiken.
•
Bij alle werkzaamheden een veiligheidszone inrichten rond het werkterrein.
•
Vóór het begin van de werkzaamheden het onder druk staand product en het toebehoren ontluchten en beveiligen
tegen onopzettelijk onder druk zetten.
•
Vóór het begin van werkzaamheden het product en het toebehoren stroomloos schakelen en beveiligen tegen
onopzettelijk opnieuw inschakelen.
•
Alleen voor het betreffende toepassingsdoel toegelaten materialen gebruiken.
•
Alleen geschikt gereedschap in foutloze toestand gebruiken.
•
Alleen gereinigde buisleidingen en slangen gebruiken die vrij zijn van vuil en corrosie.
•
Geen schurende en agressieve reinigings- of oplosmiddelen gebruiken, die de uitwendige bekleding (bijv.
kenmerkingen, typeplaatje, corrosiebescherming enz.) kunnen beschadigen.
•
Geen spitse of harde voorwerpen gebruiken voor de reiniging.
•
Voor de uitwendige reiniging een antistatische, nevelvochtige doek gebruiken.
•
De regionaal geldende hygiënevoorschriften in acht nemen.
•
Bij instandhoudings- of reparatiewerkzaamheden letten op orde en zuiverheid. Het binnendringen van
verontreinigingen in het geopende product of toebehoren verhinderen. De gedemonteerde componenten en
toebehoren direct wegleggen op een veilige plek.
•
Na afsluiting van de instandhoudings- en reparatiewerkzaamheden alle gebruikte gereedschappen,
reinigingsmiddelen en niet meer benodigde delen verwijderen van de werkplek.
•
Het product en het toebehoren alleen gereinigd en vrij van voorhanden mediumresten verwerken.
•
Alle onderdelen, componenten, bedrijfs- en hulpstoffen en reinigingsmiddelen vakkundig en overeenkomstig de
regionaal geldende wettelijke voorschriften en bepalingen verwerken.
•
Elektrische en elektronische componenten verwerken via een afvalverwerkingsbedrijf of retourneren aan
BEKO TECHNOLOGIES.
2.5.7 Omgang met gevaarlijke stoffen
Voor de gezondheid en het milieu schadelijke stoffen in het condensaat kunnen bij contact de huid, ogen en slijmvliezen
irriteren en beschadigen. Bovendien mag met schadelijke stoffen belast condensaat niet in de riolering, in waterlopen of
in de grond belanden.
Neem voor de veilige omgang met schadelijke stoffen belast condensaat de volgende punten in acht:
•
Tijdens de omgang met condensaat een geschikte beschermende uitrusting gebruiken.
•
Uitgelopen of gemorst condensaat overeenkomstig de regionaal geldende wettelijke voorschriften en bepalingen
opnemen en verwerken.
12 | 76
Originele installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing