Veiligheidsaanwijzingen
De volgende veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen dienen voor het af-
wenden van gevaren en voor het voorkomen van lichamelijk letsel en materiële
schade.
Algemene aanwijzingen
• Bij het aansluiten dienen de voorschriften van de plaatselijke energiebe-
drijven alsmede de bepalingen conform VDE 100 voor natte en vochtige
ruimten in acht te worden genomen.
• Gebruik het apparaat uitsluitend in droge ruimten.
• Let op de signaaltoon voor het vervangingsinterval van de accu.
• Gebruik uitsluitend ongewijzigde originele onderdelen van de besturings-
fabrikant.
• Neem de bepalingen in acht die specifiek voor uw land van toepassing
zijn.
• Houd personen uit de buurt van het bewegingsgebied van de installaties.
• Wanneer de installatie door één of meerdere apparaten wordt bestuurd,
dan moet het bewegingsgebied van de installatie gedurende de bedie-
ning zichtbaar zijn.
• Houd kinderen uit de buurt van besturingen.
Voorzichtig
•
Gevaar voor verwondingen door elektrische schok.
•
De netaansluiting moet door een elektricien worden uit-
gevoerd.
•
Schakel voorafgaand aan de montage de aansluitkabel
spanningsvrij.
•
Voor het aansluiten van stuurkabels (veilige laagspannin-
gen) mogen uitsluitend leidingtypes met voldoende door-
slagvastheid worden gebruikt.
•
Controleer na de ingebruikname de correcte werking bij
een stroomuitval conform het overdrachtverslag.
4 - nl