Gebruiksaanwijzing
ALFANET 51 RTDN
met realtime weekklok
VDH doc. 051336
Software: ALFA(NET) 51/61/71 RTDN
* Installatie.
Op de aansluitzijden van de ALFANET 51 RTDN staat vermeld hoe de voeler, netspanning en relais
dienen te worden aangesloten. Nadat de ALFANET 51 RTDN onder spanning is gezet wordt een
zelftest functie doorlopen, waarna de temperatuur in het display wordt weergegeven. Normaal is dat
de temperatuur van voeler-1, tenzij voeler-2 actief is als regelvoeler (P05=1) dan wordt de
gemiddelde waarde van beide voelers als temperatuur weergegeven, hierop wordt dan ook geregeld.
En is via de ALFANET PC-INTERFACE op de PC instelbaar.
* Bediening.
De ALFANET 51 RTDN thermostaat is door middel van een viertal druktoetsen op het front te
bedienen:
SET
- bekijken / veranderen van ingestelde waarde en resetten van het alarm.
UP
- verhogen van ingestelde waarde.
DOWN
- verlagen van de ingestelde waarde.
MODE
- relais status toets.
* Bekijken setpoint.
Door op de SET toets te drukken wordt het ingestelde setpoint zichtbaar. Tevens gaat de decimale
punt van het laatste segment, naast SET toets, in het display knipperen. Enkele seconden na het
loslaten van de SET toets verdwijnt het setpoint en wordt de gemeten waarde weer zichtbaar.
* Veranderen setpoint.
Druk op de SET toets zodat het setpoint in het scherm verschijnt. Laat de SET toets los. Door nu op
de SET toets te drukken tegelijk met de UP of DOWN toetsen kan het setpoint veranderd worden.
Enkele seconden na het loslaten van de toetsen verschijnt de gemeten waarde weer in het display.
* Bekijken afzonderlijke temperaturen.
Door UP en DOWN tegelijk in te drukken, kunnen de individuele sensoren op het display worden
uitgelezen. Nadat de toetsen weer zijn losgelaten, kan met de UP toets de gemeten temperatuur van
voeler 1 worden bekeken en met de DOWN toets de gemeten temperatuur van voeler 2. Nadat een
toets is losgelaten wordt na enkele seconden de normale temperatuur weer weergegeven.
* Status van de Relais.
Druk op de verborgen C toets. De drie segmenten geven de status van de relais aan, waarbij 0=uit
en 1=aan. De code '110' betekent dus dat de relais 1 en 2 aan zijn en relais 3 uit is.
Versie: v1.0
File: Do051336.WP8
1
Datum: 26-04-2005
Bereik: -50/+50 C per 0,1 C