6
Het verzenden instellen
Faxen
U kunt faxen verzenden vanuit de ADF (Automatische
documentinvoer) of vanaf de glasplaat.
Faxmodus instellen
Voor u faxen gaat verzenden, moet u nagaan of
oplicht. Wanneer dit niet zo is, drukt u op
faxmodus te kiezen. De standaardinstelling is Fax.
Faxen vanuit de automatische documentinvoer
(ADF)
De automatische documentinvoer heeft een capaciteit van maximaal
50 vellen en voert het papier vel voor vel in. Gebruik standaardpapier
2
(75 g/m
) en blader de stapel altijd door alvorens het papier in de
automatische documentinvoer te plaatsen.
Gebruik geen omgekruld, verkreukeld, gevouwen, gescheurd of
geniet papier, en ook geen papier met paperclips, lijm of
plakband.
Gebruik GEEN karton, krantenpapier of stof. (voor het faxen van
dergelijke documenten Raadpleeg Faxen via de glasplaat op
pagina 6-3.)
■
Zorg dat in inkt geschreven documenten helemaal droog zijn.
■
De documenten die u gaat faxen, moeten tussen 148 tot 216 mm
breed en 148 tot 356 mm lang zijn.
Fax
(
HET VERZENDEN INSTELLEN 6 - 1
Fax
(
) groen
) om de