9. Metingen uitvoeren
Algemene informatie voor het uitvoeren van metingen:
• Metingen in gevaarlijke nabijheid van elektrische systemen mogen alleen worden uitgevoerd in
overeenstemming met de instructies van een verantwoordelijke elektronicatechnicus, en nooit
alleen.
• Testkabels en testsondes mogen alleen worden aangeraakt bij de daarvoor bestemde
hendeloppervlakken.
• Direct contact van de testsondes moet absoluut worden vermeden. Voordat u van meetbereik of
type meting wisselt, moeten alle aansluitingen op het TTA worden verwijderd.
• Metingen moeten worden uitgevoerd met inachtneming van de standaarden.
a) Een stopcontact aangesloten op het lichtnet testen
• Druk op de rode drukknop (15) om de GT-6000 v2 in te schakelen.
• Houd de knop ongeveer 1 seconde ingedrukt om het apparaat uit te schakelen. Het
apparaat zal met een pieptoon in- of uitschakelen.
Om elektrische schokken te voorkomen, moet nauwgezet aan de geldige veiligheidsmaatregelen
en VDE-richtlijnen worden voldaan met betrekking tot te hoge contactspanning bij het werken met
spanningen hoger dan 120 V (60 V) DC of 50 V (25 V) rms AC. De waarden tussen haakjes gelden
voor beperkte spectra (zoals geneeskunde en landbouw).
• Sluit de netkabel (IEC 60320 C19) aan op de netvoedingsingang (11)
en op het stopcontact.
• De spanningsmeting wordt automatisch gestart.
• Telkens wanneer spanning (netspanning) wordt geconstateerd,
worden L-N, L-PE en N-PE ongeveer 3 seconden weergegeven.
• Als de spanningspotentialen binnen de volgende limietwaarden
vallen, dan verschijnt er een vinkje naast de symbolen "LN", "LE"
en "NE":
LN
195 V - 253V
LE
195 V - 253V
NI
<30 V
LN
195 V - 253V
LE
<30 V
of
NI
195 V - 253V
I
PE
I
B
250 V
3
RCD
Phase
500 V
13