Installatiehandleiding van het automatische drijvende veiligheidsluik IMM'Ax - 31/36
8. Testgids bij storingen
De volgende lijst is opgesteld om te helpen bij het vaststellen
en corrigeren van storingen die tijdens de installatie kunnen
optreden. Deze gids mag enkel gebruikt worden door
personeel dat het luik mag installeren. Respecteer dit om
van de garantie te blijven genieten. Wanneer de oorzaak
van de storing niet bepaald kon worden op basis van deze
informatie, moet de professional contact opnemen met de
verkoper van het luik of de fabrikant.
Volledig lezen voor het uitvoeren van interventies.
Raadpleeg afbeeldingen 25 en 27.
Zet de schakelaar van de kast op uit/off of '0' voor het
aankoppelen - loskoppelen.
Controleer de goede staat en bevestiging van de elektrische
aansluitingen.
8.1 Controle van de kast
8.1.1
Controleer of de zekering en het thermisch relais in
goede staat zijn.
8.1.2
Controleer het geklap van de vermogensrelais.
8.1.3
Ontkoppel aan de klemmen '+' en '-' de 2 draden van de
kabel die instaat voor de verbinding tussen de kast en de
motor van de oprolinrichting.
8.1.4
Zet de schakelaar van de kast op aan/on of '1'.
8.1.5
Controleer of de bedienings- en vermogensdiodes
ingeschakeld worden bij het inschakelen van de kast.
8.1.6
Meet op het circuit de aanwezigheid van de opgegeven
spanning aan de volgende klemmen:
8.1.7
Voedingstest kast: 230 V AC (wisselstroom) aan de
klemmen 'L' en 'N' van de kast waarop 230 V aangesloten
is
8.1.8
Transformatortest: 20-24 V AC tussen de rode en blauwe
aansluitingen en -12 V DC tussen de witte en blauwe
aansluitingen aan de uitgang van de transformator.
8.1.9
Test aansluitklemmen motor: 24 V DC tussen
motoraansluitklemmen '+' en '-' bij de activering van een
opening of een sluiting.
8.1.10 Test aansluitklemmen Bij een storing moet u controleren
of de kabelklemmen goed op de kaart aangesloten zijn.
8.1.11 Wanneer een spanning nul is of een andere waarde
heeft, moet u een nieuwe test doen en controleren of de
contactpunten van de multimeter goed in contact staan
met de klemmen en of uw multimeter geijkt is en zich
op de juiste meetpositie bevindt. De afwezigheid van
spanning of een andere spanning dan de gevraagde duidt
erop dat de geteste component niet meer werkt. Vervang
deze of stuur hem terug naar AS POOL voor onderzoek.
8.1.12 Wanneer de kast gevoed wordt en de zekeringen in
goede staat zijn en wanneer het luik niet beweegt,
werkt de kast niet meer (dat kan te wijten zijn aan een
overspanning door een aansluitfout, een onweer of een
defecte component.. U moet de kast terugsturen naar
AS POOL voor onderzoek). Als het luik zich meer dan een
meter verplaatst, werkt de kast correct.
31