1. Installatie, reparatie of onderhoud van deze
verwarmer of de gastoevoerleidingen mag slechts
door personen worden verricht die vakkennis over
gasapparatuur bezitten en die zich voortdurend laten
scholen.
Bevoegdheden voor reparatie en installatie van dit
apparaat zijn:
a. Als
bevoegd
gasverwarmers dient u voldoende opleiding en
ervaring te hebben om met alle aspecten van
installatie,
onderhoud
gasverwarmers om te gaan. Dit omvat de taak van
installatie, probleemoplossen, vervanging van
defecte onderdelen en testen van de verwarmer. U
dient in staat te zijn om de verwarmer in een
continue bedrijfsveilige en normale toestand te
krijgen. U dient u volledig met elk model
verwarmer vertrouwd te maken en u te houden
aan
de
veiligheidsinstructies,
gebruikershandleiding, etc. die bij de verwarmer
worden geleverd.
b. Als bevoegd installateur dient u voldoende
opleiding en ervaring te hebben om met alle
aspecten van installatie, reparatie en modificatie
van gasleidingen om te gaan waaronder de
selectie en installatie van de juiste apparatuur en
selectie van de juiste afmetingen van leidingen en
tank. Dit dient in overeenstemming te zijn met alle
lokale, provinciale en nationale voorschriften en de
eisen van de fabrikant.
2. Alle installaties en toepassingen van PSI verwarmers
dienen aan alle toepasselijke lokale, provinciale en
nationale voorschriften te voldoen, waaronder
voorschriften voor propaangas, aardgas, elektriciteit
en veiligheid. Uw lokale gasleverancier, bevoegd
elektricien, lokale brandweer of vergelijkbare
overheidsinstantie of uw verzekeringsagent kunnen u
bij de bepaling van de voorschriften helpen.
3. De verwarmer niet verplaatsen, aanraken of
onderhouden als deze in bedrijf is of aangesloten is
op het elektriciteitsnet of brandstoftoevoer.
4. Deze verwarmer kan in gebieden worden geplaatst die
afgespoten worden. De verwarmer mag alleen aan de
buitenkant worden gewassen; zie de instructies voor
reiniging. Was de binnenkant van de verwarmer niet.
Reinig de verwarmer en de interne componenten
alleen met perslucht, een zachte borstel of droge
doek. Na het afspoelen van de buitenkant niet
aanzetten totdat het volledig droog is. In ieder geval
minstens een uur na afspoelen wachten voordat u de
verwarmer weer gebruikt.
5. Voor veiligheid is deze verwarmer uitgerust met een
temperatuurbegrenzingsschakelaar met handmatige
reset en een luchtstroomverklikschakelaar. Gebruik
deze
verwarmer
veiligheidsvoorziening is kortgesloten. Gebruik deze
verwarmer nooit tenzij al deze voorzieningen werken.
6. Gebruik geen verwarmer waarvan een deur open is of
een paneel verwijderd.
7. Vind niet brandstof gasverpakkingen of brandstof
aanbod slangen binnen 6,10 meter van het aanjager
afzetgebied van het hitte.
onderhoudspersoon
van
en
reparatie
van
etiketten,
nooit
wanneer
een
8. Blokkeer de luchtinvoer en luchtafvoer van dit
apparaat niet. Bij blokkering kan er onvolledige
verbranding
optreden
verwarmingscomponenten hetgeen materiële schade
of dierverlies kan veroorzaken.
9. De slangenassemblage dient jaarlijks te worden
gecontroleerd. Dit dient te worden vervangen voordat
u de verwarmer weer gebruikt als er aanwijzingen zijn
van overmatige schuring of slijtage of als de slang
gescheurd is. De slangassemblage dient tijdens
gebruik afgeschermd te worden van verkeer,
bouwmaterialen en contact met hete oppervlakken.
De
assemblage
voorgeschreven. Raadpleeg de onderdelenlijst.
10. Controleer op gaslekkages en een goede werking
tijdens de installatie van de verwarming, voordat u het
gebouw weer betrekt of wanneer u verhuist.
11. De werking van verwarmer dient door een vakkundig
onderhoudspersoon te worden gecontroleerd voordat
u het gebouw weer betrekt en minstens één keer per
jaar.
12. Sluit altijd de gaskraan naar het apparaat af wanneer
het niet zal worden gebruikt voor de verwarming van
vee.
13. De verwarming heeft bedrading voor een elektrisch
systeem met drie draden. Er is een draad onder
spanning, neutraal draad en een aardleiding. De
verwarmer kan worden geleverd met of zonder stekker
in het snoer en de stekker kan wel of geen aarding
hebben. In elk geval dient de verwarmer op de juiste
manier met een geaard stopcontact via de aardleiding
in het snoer te worden verbonden. Als u geen geaard
stopcontact gebruikt, kan dit resulteren in een
elektrische schok, persoonlijk letsel of de dood.
14. Verwarmers met directe vonkontsteking maken
maximaal drie ontstekingspogingen. Wanneer na drie
pogingen geen ontsteking heeft plaatsgevonden,
schakelt het regelsysteem de gasregelklep uit. Indien
u na de systeemafsluiting gas ruikt moet u alle
brandstoftoevoerkleppen onmiddellijk sluiten. Niet
opnieuw ontsteken totdat u er zeker van bent dat alle
mogelijke verzamelde gas verdwenen is. U moet hoe
dan ook 5 minuten wachten voordat de ontsteking
opnieuw wordt geprobeerd.
15. Bij een hangbevestiging kunnen onbuigzame pijpen of
koperen leidingen die direct aan de verwarmer zijn
vastgemaakt
tijdens
veroorzaken en dienen derhalve niet te worden
gebruikt. Gebruik alleen gasslangen die zijn bestemd
en goedgekeurd voor propaangas en aardgas bij een
hangbevestiging.
16. Bij een installatie zonder de bijgeleverde gasslang
dient een passende verbinding met BS1387
middelsterk gegalvaniseerd ijzeren buis te worden
gemaakt. (Aluminium leidingen of slangen mogen niet
worden gebruikt.) Koperleidingen voor het transport
van aardgas dienen van binnen vertind te zijn of een
gelijkwaardige behandeling tegen zwavel te zijn
ondergaan.
of
schade
wordt
door
de
fabrikant
beweging
gaslekkage
aan
7