Breek het glas van de dichtstbijzijnde handbrandmelder.
— of —
Druk op de knop Alle signaalgevers aan op het
controlepaneel (niet van toepassing in de NEN mode).
4. Verlaat de locatie
Verlaat nadat het brandalarm is bevestigd en geactiveerd
de locatie en volg de ontruimingsprocedure van uw
onderneming.
Er treedt een storing op
WAARSCHUWING:
Stop de zoemer nooit zonder eerst
de oorzaak van het waarschuwingssignaal te hebben
onderzocht.
1. Stop de zoemer
Druk op Stop zoemer om de zoemer uit te schakelen.
De indicatie-LED Stop zoemer gaat branden en de zoemer
stopt. Nieuwe alarmen of storingen kunnen de zoemer
opnieuw inschakelen.
2
ALLE SIGNAALGEVERS
AAN
STOP
ZOEMER
2. Neem contact op met uw onderhoudsbedrijf
Neem onmiddellijk contact op met uw onderhoudsbedrijf
om de storing te onderzoeken en te verhelpen.
Een ontruimingsalarm activeren
Als u een ontruimingsalarm in alle ontruimingsruimtes wilt
activeren, druk dan op de knop "Alle signaalgevers" aan en
vervolgens op de knop "Bevestigen".
Als u een ontruimingsalarm in een specifieke
ontruimingsruimte wilt activeren, druk dan op de knop van
de overeenkomende ontruimingsruimte en vervolgens op
de knop "Bevestigen".
De indicatie-LED's voor ontruimingszones branden continu
wanneer de alarmen in ontruimingszones afgaan.
Meer informatie
Dit document bevat standaardinstructies over het bedienen
van het controlepaneel die moeten worden gevolgd als er
een brandalarm afgaat of een storing optreedt. Raadpleeg
de uitgebreide bedieningshandleiding voor verdere
informatie over de bediening.
Onderhoud
Inspecteer en test het brand- en ontruimingsalarmsysteem
regelmatig en houd u daarbij aan alle van toepassing zijnde
eisen en regelgevingen.
Contactgegevens voor service
Naam:
Adres:
Telefoon:
1X-4E-NL Korte bedieningshandleiding