2
( ) meermaals indrukken, tot de gewenste instelling.
(
) drukken, om te bevestigen.
3
- Het meetinstrument wisselt naar de meetmodus
Bediening
Om correcte meetwaarden te verzekeren:
- Herhaal de meting op verschillende punten. De
uiteenlopende weerstand van het hout, met of over het
graan, heeft wellicht een impact op het meetresultaat.
Als de injectienaalden worden in het graan worden
gestopt, kan dit tot iets hogere metingen leidem omdat de
weerstand van het materiaal lager is.
- Een meting wordt slechts zover uitgevoerd als de diepte
van de injectienaalden ingebracht in het materiaal. Plaats
de meetnaalden zo ver mogelijk (4 tot 5 mm).
- Bij het meten van het brandstof vochtgehalte, is het
raadzaam het logboek te splitsen vóór de meting en op
drie punten te meten. Meetpunten: elk 5 cm afstand van
de linker en rechter snijkant en eenmaal in het midden van
de log.
Gemeten waarden zijn sterk afhankelijk van het materiaal/
fabrikant en omgevingscondities. Aangezien het om
natuurlijke producten gaat, kunnen ze per partij verchillen.
ã Instrument aanschakelen:
drukken.
- De meetmodus opent.
ã Displayverlichting aanschakelen
3 Instrument is aangeschakeld.
drukken.
- Displayverlichting dooft automatisch 10 sec. na het
laatste gebruik.
ã Materiaalcurves instellen:
De weergave van gewichtsprocenten (%) verschijnt
bovenaan in het display. Het materiaalsymbool wordt
weergegeven
(hout) of
(bouwmateriaal) samen met
Bediening 5