14. Zet voorlopig geen (ter plaatse te voorzien) thermisch isolatiemateriaal op de uitgang van de afvoerpompkit. U zal deze namelijk erop
moeten zetten nadat iemand het afvoeren tijdens het uitvoeren van de procedure voor het proefdraaien heeft gecontroleerd (zie hoofdstuk 6
PROCEDURE VOOR HET PROEFDRAAIEN).
Afvoerleiding
(ter plaatse te
voorzien)
Afvoeraansluitingsleiding 3
(meegeleverd)
Slangbandklem
(meegeleverd)
Afvoerpompkit
4. DE AFVOERLEIDING PLAATSEN
Plaats de afvoerleiding zo dat het afvoeren goed verloopt.
1. Gebruik een leidingdiameter gelijk aan deze van (of groter is dan deze van) de aansluitingsleiding (PVC-leidingen met een nominale diameter
van 25 mm en een uitwendige diameter van 32 mm).
2. Houd de leidinglengte zo kort mogelijk is en zorg ervoor dat de leiding een helling van minstens 1/100 neerwaarts heeft opdat lucht zich niet in
de leidingen kan opstapelen.
3. Plaats de leidinghouders op 1,0 m tot 1,5 m van elkaar om ervoor te zorgen dat de leiding niet kan doorbuigen.
4. Gebruik een nieuwe afvoerslang en nieuwe slangbandklemmen wanneer de afvoerpompkit door een nieuwe wordt vervangen.
1~1,5 m 1~1,5 m
LET OP
• De hoogte van de afvoerleiding moet maximum 750 mm bedragen ten opzichte van de uitgang van de afvoer van de binnenunit.
• De opgaande afvoerleiding moet verticaal worden geplaatst.
Afvoerpijp
(Lokale levering)
• Raadpleeg onderstaande afbeelding voor een gemeenschappelijke afvoerleiding.
Afvoerpompkit voor de airconditioner – BDU510B250VM
Binnenunit
Leidinghouder
Plafondplaat
1~1,5 m
Leidinghouder
4