1 - Druk terwijl u naar een TV-zender kijkt op .
2 - Selecteer Beeldformaat > Scherm
vullen, Aanpassen aan scherm, Breedbeeld en
Origineel. Druk daarna op OK.
3 - Druk zo nodig enkele malen op (links) om het
menu te sluiten.
• Scherm vullen: hiermee wordt het beeld
automatisch zodanig vergroot dat het hele scherm
wordt gevuld. De beeldvervorming is minimaal en de
ondertiteling blijft zichtbaar. Dit beeldformaat is niet
geschikt voor de PC-modus. Bij niet veel
voorkomende beeldformaten blijven zwarte balken
mogelijk zichtbaar.
• Aanpassen aan scherm: hiermee wordt het beeld
ingezoomd om het scherm te vullen zonder
vervorming. Zwarte balken blijven mogelijk zichtbaar.
Dit beeldformaat is niet geschikt voor de PC-modus.
• Breedbeeld: zoomt het beeld automatisch naar
breedbeeld.
• Origineel: zoomt het beeld automatisch naar
breedbeeld.
Het beeld handmatig opmaken...
1 - Druk terwijl u naar een TV-zender kijkt op .
2 - Selecteer Geavanceerd en druk op OK.
3 - Gebruik Verschuiven, Zoomen en Uitrekken om
het beeld aan te passen.
4 - Of selecteer Ongedaan maken als u wilt
terugkeren naar de instelling die het beeld had toen u
Beeldformaat opende.
• Verschuiven: klik op de pijlen om het beeld te
verschuiven. U kunt het beeld alleen verschuiven
wanneer u hebt ingezoomd.
• Zoomen: klik op de pijlen om in te zoomen.
• Uitrekken: klik op de pijlen om het beeld verticaal of
horizontaal uit te rekken.
• Ongedaan maken: klik om terug te keren naar het
beeldformaat waarmee u bent gestart.
Snelle beeldinstellingen
Tijdens de eerste configuratie hebt u in enkele
eenvoudige stappen een aantal beeldinstellingen
opgegeven. U kunt deze stappen opnieuw uitvoeren
met Snelle beeldinstellingen. Voordat u deze
stappen uitvoert, moet u ervoor zorgen dat de TV kan
afstemmen op een TV-zender of een programma kan
weergeven vanaf een aangesloten apparaat.
Het beeld in enkele eenvoudige stappen instellen...
1 - Druk op , selecteer Alle instellingen en druk op
OK.
2 - Selecteer Beeld en druk op (rechts) om naar
het menu te gaan.
3 - Selecteer Snelle beeldinstellingen en druk op OK.
4 - Gebruik de navigatietoetsen om uw keuze te
selecteren.
5 - Druk zo nodig enkele malen op (links) om het
menu te sluiten.
13.2
Geluid
Instellingen geavanceerde modus
Dynamic Surround
(TV-menu) > Instellingen > Geluid >
Instellingen geavanceerde modus > Dynamic
Surround.
Druk op de pijlen (omhoog) of (omlaag) om
het niveau van Dynamic Surround aan te passen.
Heldere dialoog
(TV-menu) > Instellingen > Geluid >
Instellingen geavanceerde modus > Clear dialogue
> Aan.
Selecteer Aan voor een betere geluidskwaliteit bij
praatprogramma's.
Equalizer
(TV-menu) > Instellingen > Geluid >
Instellingen geavanceerde modus > Equalizer.
Druk op de pijlen (omhoog) of (omlaag) om
het niveau van Equalizer aan te passen.
Volume hoofdtelefoon
Volume hoofdtelefoon
(TV-menu) >
Instellingen > Geluid > Volume hoofdtelefoon.
Druk op de pijlen (omhoog) of (omlaag) als u
het volume van een aangesloten hoofdtelefoon
afzonderlijk wilt aanpassen.
Plaatsing van de TV
(TV-menu) >
Instellingen > Geluid > Plaatsing van de TV.
Selecteer Op een TV-standaard of Aan de
muur voor een optimale geluidsreproductie bij de
gegeven plaatsing.
53