Noot
• Druk op D om een ontvangstoperatie te onderbreken en terug te keren
naar de tijdfunctie.
• Als de ontvangstoperatie niet succesvol is, verschijnt de ERR-
boodschap op het display gedurende ongeveer een tot twee minuten.
Daarna keert het horloge terug naar de tijdfunctie.
• U kunt ook van het laatste-signaal-scherm of het ERR-scherm naar het
tijdfunctiescherm gaan door op D te drukken.
Automatische ontvangst in- of uitschakelen
1. In de tijdfunctie, houd A ingedrukt totdat de
zenderindicator begint te knipperen, wat aangeeft
dat het instelscherm geselecteerd is.
• De secondewijzer zal versneld naar de 12-uur-positie verplaatsen en
vervolgens stil blijven staan.
2. Druk drie keer op C om het knipperen naar de automatische ontvangst
aan/uit-instelling te verplaatsen.
3. Druk op D om automat. ontvangst in (ON) of uit (OF) te schakelen.
• Als de huidige woonplaatsinstelling een stadscode is waar
automatische ontvangst niet mogelijk is, verschijnt "--" in plaats van
de aan/uit-indicator. Dit betekent dat u automatische ontvangst niet
in of uit kunt schakelen.
4. Druk twee keer op A om het instelscherm te verlaten.
• De secondewijzer zal overeenkomstig de secondetelling van de digitale
tijd versneld naar de juiste positie verplaatsen en vervolgens de
normale verplaatsing hervatten.
• Voor informatie over stadscodes waar signaalontvangst mogelijk is, zie
"Uw woonplaats instellen".
Signaalontvangst probleemoplossing
Controleer de volgende punten als u problemen ondervindt met het
kalibratiesignaal-ontvangst.
• Voor meer info, zie "Belangrijk!"bij "Tijdkalibratiesignaal-ontvangst"
en "Radio-gecontroleerde-tijdfunctie voorzorgsmaatregelen".
WERELDTIJD
De wereldtijd toont de huidige tijd in 30 steden (29
tijdzones) over de gehele wereld.
• Als u in de wereldtijdfunctie op A drukt,
verschijnt de specifieke stadscode op het digitale
display gedurende ongeveer twee seconden.
• Als de voor een stad getoonde huidige tijd niet
juist is, controleer dan de tijdinstellingen van uw
woonplaats en maak de benodigde aanpassingen.
• Het horloge zal een signaalontvangst uitvoeren zelfs als deze in de
wereldtijdfunctie is als een kalibratietijd bereikt wordt. Als dit gebeurt,
worden de tijdinstellingen van de wereldtijdfunctie in
overeenstemming met de woonplaatstijd van de tijdfunctie aangepast.
• Alle bedieningen in dit hoofdstuk worden uitgevoerd in de
wereldtijdfunctie, die u selecteert door op C te drukken.
De tijd in een andere stadscode bekijken
In de wereldtijdfunctie, druk op D om door de stadscodes (tijdzones) te
bladeren.
• Voor volledige informatie over stadscodes, zie de "Stadscodetabel".
Bij een stadscodetijd tussen standaard- en zomertijd wisselen
1. In de wereldtijdfunctie, gebruik D om de
stadscode (tijdzone) te tonen waarvoor u de
instelling van de standaardtijd/zomertijd wilt
veranderen.
Als u in de wereldtijdfunctie op A drukt, verschijnt de ingestelde
stadscode gedurende twee seconden op het digitale display.
2. Houd A ingedrukt om tussen zomertijd (DST-indicator getoond) en
standaardtijd (DST-indicator niet getoond) te wisselen.
• Houd er rekening mee dat u de wereldtijdfunctie niet kunt gebruiken
om de zomertijdinstelling te wijzigen van de woonplaats die u
momenteel in de tijdfunctie heeft geselecteerd. Zie "De
zomertijdinstelling wijzigen" voor informatie over het in- en
uitschakelen van de zomertijdinstelling van de woonplaats.
• De DST-indicator verschijnt op het display als u een stadscode toont
waarvoor zomertijd is ingeschakeld.
• Let erop dat u niet tussen standaardtijd en zomertijd kunt wisselen als
GMT als stadscode geselecteerd is.
• De zomertijd/standaardtijd-instelling geldt alleen voor de op dat
moment getoonde stadscode. Andere stadscodes blijven ongewijzigd.
ALARMEN
U kunt drie onafhankelijke dagelijkse
alarmen instellen. Als een alarm is
ingeschakeld, klinkt het alarm als de
alarmtijd bereikt is. U kunt ook een
uursignaal inschakelen waarna het horloge
elk heel uur twee keer een signaal geeft.
• Het alarm en het uursignaal werken in
overeenstemming met de huidige digitale
tijd.
• Het alarmnummer (AL1 tot en met AL3) geeft een alarmscherm aan.
SIG verschijnt in plaats van het alarmnummer als het uursignaalscherm
getoond wordt.
• Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in de alarmfunctie,
die u selecteert door op C te drukken.
Een alarmtijd instellen
1. In de alarmfunctie, druk op D om het alarm te
selecteren waarvoor u de tijd wilt instellen.
2. Houd A ingedrukt totdat de uurcijfers van de alarmtijd beginnen te
knipperen, wat aangeeft dat het instelscherm geselecteerd is.
• Door deze bediening wordt het alarm automatisch ingeschakeld.
3. Druk op C om het knipperen te verplaatsen tussen de uur- en
minuteninstelling.
4. Als een instelling knippert, gebruik D (+) en B (-) om deze te wijzigen.
• Als u de alarmtijd instelt met gebruikmaking van de 12-uur
weergave, let er dan op dat u de tijd juist als ochtendtijd (geen
indicator) of middag/avondtijd (P indicator) instelt.
• Als u in de tijdfunctie 24-uur weergave heeft geselecteerd, wordt de
alarmtijd ook getoond in 24-uur weergave.
5. Druk op A om het instelscherm te verlaten.
Alarmbediening
Het alarm klinkt op de ingestelde tijd gedurende 10 seconden, of totdat u
deze stopt door op een willekeurige knop te drukken.
Het alarm testen
In de alarmfunctie, houd D ingedrukt om het alarm te laten klinken.
3353/3354-3