Gebruiksaanwijzing 3134
Hoogte
Luchtdruk
616 hPa
4000 m
Ongeveer 8 hPa per 100 m
3500 m
701 hPa
3000 m
Ongeveer 9 hPa per 100 m
2500 m
795 hPa
2000 m
Ongeveer 10 hPa per 100 m
1500 m
Ongeveer 11 hPa per 100 m
899 hPa
1000 m
500 m
Ongeveer 12 hPa per 100 m
0 m
1013 hPa
14000 ft
19.03 inHg
12000 ft
Ongeveer 0.15 inHg per 200 ft
10000 ft
22.23 inHg
8000 ft
Ongeveer 0.17 inHg per 200 ft
6000 ft
Ongeveer 0.192 inHg per 200 ft
25.84 inHg
4000 ft
2000 ft
Ongeveer 0.21 inHg per 200 ft
0 ft
29.92 inHg
Bron: International Civil Aviation Organization
Onthoud dat de volgende condities het verkrijgen van juiste metingen onmogelijk
maken:
Luchtdrukveranderingen vanwege veranderingen van het weer
Extreme temperatuurveranderingen
Als het horloge wordt blootgesteld aan een sterke stoot/schok
Er zijn twee standaardmethoden om de hoogte uit te drukken: absolute hoogte en
relatieve hoogte. Absolute hoogte geeft een absolute hoogte boven zeeniveau aan.
Relatieve hoogte geeft het verschil tussen de hoogte van twee verschillende plaatsen
aan.
Hoogte van gebouw
130 meter
(relatieve hoogte)
Voorzorgsmaatregelen betreffende gelijktijdige hoogte- en temperatuurmeting
Alhoewel u hoogte- en temperatuurmetingen tegelijkertijd kunt uitvoeren, dient u te
onthouden dat elk van deze metingen verschillende condities voor de beste resultaten
vereisen. Tijdens een temperatuurmeting is het het beste het horloge van uw pols te
verwijderen om het effect van lichaamswarmte te elimineren. In het geval van een
hoogtemeting daarentegen, is het beter het horloge om de pols te laten, omdat het
horloge dan op een constante temperatuur blijft, hetgeen bijdraagt aan meer accurate
hoogtemetingen.
Laat om hoogtemeting de prioriteit te geven het horloge om uw pols of op elke
andere locatie waar de temperatuur van het horloge constant blijft.
Verwijder om temperatuur prioriteit te geven het horloge van uw pols en plaats het
op een locatie verwijderd van direct zonlicht. Houd er rekening mee dat door het
horloge van uw pols te verwijderen tijdelijke drukmetingen plaats kunnen vinden.
Batterij
Dit horloge is uitgevoerd met een zonne-energiecel en een oplaadbare batterij
(secundaire batterij) die wordt opgeladen door de elektrische energie die door de
zonne-energiecel wordt geproduceerd. De illustratie toont hoe u het horloge dient te
positioneren om de batterij op te laden.
Voorbeeld: Positioneer het horloge zo dat de
bovenzijde naar een lichtbron gericht is.
De illustratie toont hoe u een horloge met
een kunststof/leren band dient te
positioneren.
Onthoud dat het oplaadvermogen
afneemt als een gedeelte van de
zonne-energiecel geblokkeerd is door
kleding, etc.
Draag het horloge dan ook zo veel
mogelijk buiten uw mouw.
Belangrijk!
Door het horloge gedurende een lange
periode op een plaats zonder licht op te slaan of deze op zo'n wijze te dragen dat
deze niet aan licht wordt blootgesteld, kan de oplaadbare batterij in sterkte
afnemen. Verzeker u ervan dat het horloge zoveel mogelijk aan licht wordt
blootgesteld.
Dit horloge is uitgevoerd met een speciale oplaadbare batterij die de door de
zonne-energiecel geproduceerde energie oplaadt, waardoor periodieke vervanging
van de batterij niet nodig is. Na lang gebruik kan het echter voorkomen dat de
oplaadbare batterij niet meer in staat is volledig opgeladen te worden. Als u dit
constateert, neemt u dan contact op met uw CASIO dealer om de oplaadbare
batterij te laten vervangen.
Probeer de batterij nooit zelf te vervangen. Het gebruik van een verkeerde batterij
kan schade aanbrengen aan het horloge.
Als de batterijsterkte naar niveau 5 daalt of u de batterij heeft laten vervangen,
worden alle gegevens verwijderd die in het geheugen zijn opgeslagen en keren de
huidige tijd en alle andere instellingen terug naar de fabrieksinstelling.
Activeer de energiespaarfunctie van het horloge en plaats het op een plek waar het
wordt blootgesteld aan zonlicht als u deze gedurende een lange tijd bewaart. Dit
helpt om te voorkomen dat de oplaadbare batterij leegraakt.
Temperatuur
Batterijsterkte-indicator
De batterijsterkte-indicator op het display toont de huidige status van de sterkte van
–11°C
de oplaadbare batterij.
Ongeveer
–4.5°C
6.5°C
per 1000 m
2°C
8.5°C
15°C
Batterijsterkte-
indicator
16.2°F
Ongeveer
30.5°F
3.6°F
per 1000 ft
44.7°F
59.0°F
Hoogte dak van gebouw
230 meter boven
zeeniveau
(absolute hoogte)
Zeeniveau
Oplaad voorzorgsmaatregelen
Bepaalde oplaadomstandigheden kunnen ertoe leiden dat het horloge erg warm
wordt. Vermijd het horloge op de hieronder beschreven plekken te laten als de
oplaadbare batterij wordt opgeladen. Let er ook op dat als u het horloge erg heet laat
worden dit ertoe kan leiden dat het display uit gaat. De werking van het display dient
weer normaal te worden als het horloge terugkeert naar een lagere temperatuur.
Waarschuwing!
Als u het horloge aan direct zonlicht blootgesteld laat om de oplaadbare batterij
Zonne-energiecel
op te laden, kan het erg warm worden. Let op bij het aanraken van het horloge
om persoonlijke verwonding te voorkomen. Het horloge kan met name heet
worden als het voor een lange tijd aan de volgende condities wordt blootgesteld.
Oplaadtijden
Na een volledige oplading, blijft de tijdfunctie gedurende ongeveer vijf maanden
toegankelijk.
Niveau
Batterijsterkte
indicator
1
2
3
(Charge Soon Alert)
4
(Charge Soon Alert)
5
De knipperende
LOW
indicator bij niveau 3 laat u zien dat de batterijsterkte erg
laag is en dat blootstelling aan direct licht zo snel mogelijk noodzakelijk is om de
batterij op te laden.
Bij niveau 5 zijn alle functies buiten gebruik en keren de instellingen terug naar de
fabrieksinstelling. Nadat de batterij niveau 2 (aangegeven door de M indicator)
vanaf niveau 5 bereikt, dient u de tijd, datum en andere instellingen opnieuw in te
stellen.
De displayindicatoren verschijnen weer zodra de batterij vanaf niveau 5 naar niveau
2 is opgeladen.
Als u het horloge aan direct zonlicht of een andere sterke lichtbron blootgesteld
laat, kan de batterijsterkte-indicator tijdelijk een hogere waarde dan de werkelijke
sterkte tonen. De correcte batterijsterkte-indicator dient na enkele minuten getoond
te worden.
Als u gedurende een korte periode diverse sensor-,
verlichtings- of alarmbedieningen uitvoert, kunnen
alle batterij-indicatoren (L, M, H) op het display
knipperen en zijn de verlichting, het alarm,
timeralarm, uursignaal en de werking van de
sensoren buiten gebruik totdat de batterijsterkte
hersteld is. Na enige tijd zal de batterijsterkte
herstellen en zullen de batterij-indicatoren (L, M, H)
verdwijnen, wat aangeeft dat bovenstaande functies
weer in gebruik zijn.
Zelfs als de batterijsterkte op niveau 1 of 2 is, kan de sensor van de digitale
kompas-, luchtdruk/thermometer- of de hoogtemeterfunctie buiten gebruik zijn als
er niet genoeg spanning is om deze functies goed te laten functioneren. Dit wordt
aangegeven door de batterij-indicatoren (L, M, H) op het display.
Als de batterij-indicatoren (L, M, H) veelvuldig verschijnen, betekent dit waarschijn-
lijk dat de batterij bijna leeg is. Stel het horloge bloot aan helder licht om deze op te
laden.
Op het dashboard van een auto die in direct zonlicht is geparkeerd.
Te dicht bij een gloeilamp.
Direct zonlicht
De volgende tabel toont de benodigde hoeveelheid tijd waarin het horloge elke dag
aan licht blootgesteld dient te worden om de normale dagelijkse bedieningen uit te
kunnen voeren.
Blootstellingsniveau (helderheid)
Zonlicht buitenshuis (50.000 lux)
Zonlicht door een raam (10.000 lux)
Daglicht door een raam op een bewolkte dag (5.000 lux)
Verlichting binnenshuis (500 lux)
Onder normale dagelijkse omstandigheden wordt volstaan:
Het horloge wordt niet blootgesteld aan licht
Interne tijdfunctie loopt door
Display aan 18 uur per dag, slaapstand 6 uur per dag
1 verlichtingsbediening (1,5 seconde) per dag
10 seconden alarmbediening per dag
10 digitale kompasbedieningen per week
10 uur hoogtemeting met 2-minuten intervallen, een keer per maand
2 uur luchtdrukmeting per dag
6 minuten signaalontvangst per dag
Een stabiele werking wordt bevorderd door veelvuldig opladen.
Functiestatus
l
Alle functies in gebruik.
Alle functies in gebruik.
Automatische en handmatige
ontvangst, verlichting, signaal
en sensorbediening buiten
gebruik
Behalve de tijdfunctie en de C
(oplaad) indicator zijn alle
functies en displayindicatoren
buiten gebruik.
Alle functies buiten gebruik.
Gemiddelde
blootstellingstijd
5 minuten
24 minuten
48 minuten
8 uur
10