Inhoudsopgave
Advertenties
Veiligheidstest (voor het rijden of heffen)
De raamrobot moet voor gebruik dagelijks op veiligheid worden getest. Deze test moet worden uitgevoerd
zonder lading.
Belangrijk! Als een van de onderdelen de veiligheidstest niet doorstaat, mag de machine niet worden
gebruikt!
Voer een inspectie uit om er zeker van te zijn dat de mechanische onderdelen van de raamrobots
•
niet dusdanig versleten of beschadigd zijn dat de veiligheid van de machine in gevaar komt.
Houd de bedieningsarm omlaag in de normale positie en rijd de Winlet 600 heen en weer. Beweeg
•
de bedieningsarm, zonder lading, naar de hoogste stand en probeer de machine vooruit en achteruit
te rijden. Dit zou niet mogelijk moeten zijn.
Rijd de Winlet 600 naar u toe en druk de veiligheidsschakelaar op de handgreep in. De machine
•
moet nu direct stoppen en wegrijden in tegenovergestelde richting.
Let op! Deze test moet worden uitgevoerd in een open ruimte waar er geen risico bestaat dat u
bekneld raakt tussen de raamrobot en voorwerpen of muren.
Rij de Winlet 600 van u weg en laat de bedieningsarm los. De veerdruk in de bedieningsarm moet
•
de bedieningsarm in de hoogste stand zonder last brengen, waarna de machine op ongeveer 0,5 m
moet stoppen en de functies van de truck niet bruikbaar mogen zijn totdat de bedieningshendel
weer omlaag in de bedieningspositie staat.
Controleer het vacuümsysteem van de raamrobot op lekkage:
•
Lektest proces
Plaats alle zuignappen op een vlakke, droge en luchtdichte ondergrond (bijv. een raam).
Start de Winlet 600 bij de aan/uit-knop en wacht tot de rode lampjes op het bedieningspaneel
uitgaan. Activeer nu het vacuüm door beide knoppen gelijktijdig op het bedieningspaneel in te
schakelen. Beide vacuümmeters tonen nu het actuele vacuüm in elk vacuümcircuit. Zodra in beide
circuits een volledig vacuüm is bereikt (een vacuümniveau van ongeveer 75%), schakelt u de Winlet
600 weer uit met de aan/uit-knop. Kijk nu naar beide vacuümmeters; het vacuümniveau mag niet
meer dan 10% dalen in 5 minuten tijd.
Als het vacuümverlies meer is dan 10% in 5 minuten, controleert u alle slangaansluitingen en haalt u
alle aansluitingen naar behoefte aan. Controleer de staat van de zuigplaten. De afdichtingen mogen
geen krassen vertonen.
Rijden
vooruit/achteruit
De snelheid is naadloos instelbaar en wordt aangepast door de regelaar in meer of mindere mate te draaien.
•
Houd de bedieningsarm omlaag in de normale positie en draai vervolgens de rijrichting- en
snelheidsregelaar in de gewenste positie. Laat de regelaar los als u de machine wilt stoppen.
Remmen
•
Wanneer de snelheidsregelaar wordt losgelaten, remt en stopt de raamrobot. Als de
snelheidsregelaar langzaam wordt losgelaten, kan er voorzichtig worden geremd. Dit is de normale
manier om te remmen.
Als de bedieningsarm wordt losgelaten, stopt de transporttruck plotseling en wordt de parkeerrem
•
actief. Deze functie is alleen bedoeld om te worden gebruikt in een situatie waarin de gebruiker de
truck zo snel mogelijk wil stoppen.
Let op! Om de levensduur van de Winlet 600 te maximaliseren, wordt aanbevolen om eerst de
snelheidsregelaar te ontgrendelen en pas na stilstand van de machine de bedieningsarm los te laten.
Bij het rijden met geheven voorwerpen moeten alle hefcilinders altijd in de binnenste stand staan.
•
Versie: 2015-NL-5
8
Advertenties
Inhoudsopgave
