Gebruiksaanwijzing 3157
Een temperatuurmeting uitvoeren
Druk in de digitaal kompas/thermometerfunctie op
=
Hierdoor verschijnt de temperatuurmeting.
=
Na de eerste meting blijft het horloge gedurende 10
seconden elke twee seconden metingen uitvoeren.
Druk om opnieuw gedurende 10 seconden metingen
=
uit te voeren nogmaals op
Temperatuur
=
De temperatuur wordt in stappen van 0,1 °C (of 0,2 °F)
weergegeven.
=
Het displaybereik van het thermometerscherm is -10,0
°C tot en met 60,0 °C (of 14,0 °F tot en met 140,0 °F).
Voor de temperatuur wordt
temperatuurmeting buiten het toegestane bereik valt.
Belangrijk!
Plotselinge temperatuurverschillen kunnen metingen van de druksensor beïnvloeden.
=
=
Temperatuurmetingen worden beïnvloed door uw lichaamstemperatuur (terwijl u het
horloge om uw pols draagt), direct zonlicht en vocht. Verwijder om een zo
nauwkeurig mogelijke meting te verkrijgen het horloge van uw pols en plaats het op
een goed geventileerde locatie die niet aan direct zonlicht is blootgesteld en veeg al
het vocht van de horlogekast. Het duurt ongeveer 20 tot en met 30 minuten voordat
de horlogekast de omgevingstemperatuur bereikt.
Kalibratie temperatuursensor
De in het horloge ingebouwde temperatuursensor is in de fabriek gekalibreerd en dient
normaliter niet meer opnieuw te worden ingesteld. Indien u echter vermoedt dat de
door het horloge uitgevoerde metingen om bepaalde redenen niet correct zijn, kunt u
de temperatuursensor kalibreren om de metingen te corrigeren.
Belangrijk!
=
Onjuist kalibreren van de temperatuursensor kan in incorrecte metingen resulteren.
Lees het volgende zorgvuldig voordat u de sensor gaat kalibreren.
Vergelijk de metingen van het horloge met die van een andere betrouwbare en
nauwkeurige thermometer
Verwijder als aanpassing nodig is het horloge van uw pols en wacht 20 tot 30
minuten om de temperatuur van het horloge te laten stabiliseren.
De temperatuursensor kalibreren
1. Houd in de digitaal kompas/thermometerfunctie
ingedrukt totdat de indicator op de 12-uur positie
begint te knipperen.
2. Druk twee keer op
tuurkalibratiewaarde op het display begint te
knipperen, wat aangeeft dat het temperatuursensor
Huidige temperatuur-
kalibratiescherm is geselecteerd.
kalibratiewaarde
3. Gebruik
veranderen.
=
Druk om de temperatuursensor weer op de
fabrieksinstelling (aangegeven door
display) tegelijkertijd op
4. Druk om het kalibratiescherm te verlaten op
Een temperatuurweergave-eenheid selecteren
1. Selecteer de tijdfunctie.
2. Houd
knipperen, wat aangeeft dat het instelscherm is
geselecteerd.
3. Druk negen keer op
gave-eenheid op het display begint te knipperen.
=
Zie stap 3 bij "De tijd en datum instellen" voor
informatie over het door de instelschermen
bladeren.
4. Gebruik
om tussen Celsius (°C) en Fahrenheit (°F) te wisselen.
5. Druk op
om het instelscherm te verlaten.
Digitaal kompas
Wanneer u de digitaal kompas/thermometerfunctie selecteert voert het horloge
automatisch metingen uit. U kunt ook handmatig metingen uitvoeren door de
hieronder vermelde bediening uit te voeren.
=
Zie "Digitaal kompas voorzorgsmaatregelen" voor belangrijke informatie over het
gebruik van het digitaal kompas.
=
U kunt de richtingsensor kalibreren als u vermoedt dat de metingen om bepaalde
redenen niet correct zijn.
Zie "Het digitaal kompas tijdens bergbeklimmen of wandelen gebruiken" voor
=
praktisch voorbeeld van het digitaal kompas.
Richting-indicator
Een richtingmeting uitvoeren
12-uur
1. Plaats in de digitaal kompasf/thermometerfunctie het
Noorden-
positie
wijzer
horloge op een vlak oppervlak of controleer dat uw
pols horizontaal (evenwijdig aan de grond) is wanneer
u het horloge draagt.
2. Houd de 12-uur positie van het horloge in de richting
die u wilt meten.
3. Druk op
=
Na circa twee seconden verschijnt de richting
Hoekwaarde (in graden)
waarnaar de 12-uur positie wijst op het display.
=
Een wijzer op het display geeft het magnetische
NW
270 °
0 °
noorden aan.
=
Nadat de eerste meting is uitgevoerd, blijft het
horloge gedurende 10 seconden elke seconde een
richtingmeting uitvoeren.
=
Druk nogmaals op
180 °
90 °
seconden metingen uit te voeren.
PLEASE CAL
=
De
uitgevoerde richtingmeting geeft aan dat de ijksensor
moet worden gekalibreerd als gevolg van een van de
vermelde redenen. Voer wanneer dit gebeurt de bij
"De ijksensor kalibreren" beschreven bediening uit.
.
.
---
getoond als een
waarna de huidige tempera-
(+) en
(-) om de kalibratiewaarde te
OFF
op het
en
.
.
ingedrukt totdat de stadscode begint te
totdat de temperatuurweer-
om een kompasmeting te starten.
om wederom gedurende 10
indicatie op het display na een
Na de laatste ijksensor kalibratie zijn 100 dagen verstreken.
=
=
De batterij van het horloge is vervangen.
=
Tijdens het uitvoeren van richtingmetingen worden de overeenkomstige hoek-
waarde en een richtingindicator op het display getoond, die continu veranderen als
het horloge verplaatst wordt. De hoekwaarde, richtingindicator en de richtingwijzer
verdwijnen weer van het display nadat de kompasmeetbediening is afgerond.
Gebruik de op de horlogering gedrukte richtingindicatoren om de aangegeven
richting te bepalen. Zie "Het digitaal kompas tijdens bergbeklimmen of wandelen
gebruiken" voor meer informatie.
Noot
=
Onthoud dat wanneer u een meting uitvoert
terwijl het horloge niet horizontaal (evenwijdig
aan de grond) is, dit in een grote meetfout
kan resulteren.
=
De foutmarge voor de hoekwaarde is ± 11 graden. Als de aangegeven richting
bijvoorbeeld 315 graden noordwest (NW) is, ligt de werkelijke richting in het bereik
van 304 tot en met 326 graden.
=
Elke richtingmeting wordt tijdelijk onderbroken als een alarm (dagelijks alarm,
uursignaal of timeralarm) klinkt of de verlichting ingeschakeld wordt (door op
drukken). De meting wordt weer hervat gedurende de resterende duur nadat de
bediening die het pauzeren veroorzaakte, gestopt is.
=
De volgende tabel toont de betekenis van de op het display getoonde richtingsaf-
kortingen.
Richting Betekenis Richting Betekenis Richting Betekenis Richting Betekenis
Noord-
N
Noord
NNE
noordoost
Oost-
E
Oost
ESE
zuidoost
Zuid-
S
Zuid
SSW
zuidwest
West-
W
West
WNW
noordwest
=
Zie "Digitaal kompas voorzorgsmaatregelen" voor andere belangrijke informatie
over het uitvoeren van richtingmetingen.
Digitaal kompas voorzorgsmaatregelen
Dit horloge is uitgevoerd met een ingebouwde ijksensor die aards magnetisme
detecteert. Dit houdt in dat de noordelijke richting zoals aangegeven door het horloge
het magnetische noorden is, dat iets afwijkt van de Noordpool. De magnetische
noordpool bevindt zich in noordelijk Canada, terwijl de magnetische zuidpool in
Australië ligt. Houd er rekening mee dat het verschil tussen het magnetische noorden en
het werkelijke noorden, zoals gemeten door alle magnetische kompassen, groter wordt
als men dichter bij een van de magnetische polen komt. Onthoud ook dat sommige
kaarten het werkelijke noorden aangeven (in plaats van het magnetische noorden), en u
in dat geval enige correctie dient te maken als u zulke kaarten met dit horloge gebruikt.
Locatie
Als u het digitale kompas gebruikt als u dichtbij een sterke magnetische bron bent,
=
kan dit grote leesfouten veroorzaken. Derhalve dient u het gebruik van het digitaal
kompas te vermijden als u in de nabije omgeving van de volgende objecten bent:
permanente magneten (magnetische kettingen, etc.), concentraties van metaal
(metalen deuren, kluizen, etc.), hoogspanningskabels, antennekabels, huishoude-
lijke apparaten (TV's, computers, wasmachines, vriezers, etc.).
=
Nauwkeurige richtingsmetingen zijn onmogelijk als u zich in een trein, boot, of
vliegtuig bevindt.
=
Nauwkeurige metingen zijn eveneens binnenshuis, met name binnenin gebouwen
van gewapend beton, onmogelijk. Dit komt omdat het metalen frame van zulke
gebouwen magnetisme oppakt van apparaten, etc.
Opslag
=
De nauwkeurigheid van het kompas kan afnemen als het horloge wordt gemagneti-
seerd. Met het oog hierop, dient u het horloge verwijderd van magneten of andere
bronnen van sterk magnetisme te bewaren, zoals permanente magneten
(magnetische kettingen, etc.) en huishoudelijke apparaten (TV's computers,
wasmachines, vriezers, etc.).
=
Voer als u vermoedt dat het horloge gemagnetiseerd is een van de kalibratiebedie-
ningen uit zoals vermeld bij "De ijksensor kalibreren".
De ijksensor kalibreren
Als u vermoedt dat de metingen van het horloge onjuist zijn, kunt u de ijksensor
kalibreren. Er zijn twee mogelijke kalibratiebedieningen: ijksensorcorrectie of correctie
magnetische declinatie.
=
IJksensorcorrectie
Met ijksensorcorrectie draait u het horloge overeenkomstig de verplaatsing van een
indicator op het display. De sensor wordt dan opnieuw met het magnetische
noorden voor het gebied waar u zich bevindt gekalibreerd.
=
Magnetische declinatie correctie
Met magnetische declinatie correctie voert u een magnetische declinatiewaarde
(verschil tussen magnetische en werkelijke noorden) in waardoor het horloge het
werkelijke noorden aangeeft. U kunt deze bediening uitvoeren als de magnetische
declinatiewaarde op de kaart waarvan u gebruik maakt wordt aangegeven.
Onthoud dat u de declinatiewaarde uitsluitend in hele graden kunt invoeren en u de
op de kaart aangegeven waarde wellicht dient af te ronden. Als uw kaart een
declinatiewaarden van 7,4º aangeeft, dient u 7º in te voeren. Bij 7,6º dient u 8º in te
voeren en bij 7,5º kunt u 7º of 8º in te voeren.
te
Oost-
NE
Noordoost
ENE
noordoost
Zuid-
SE
Zuidoost
SSE
zuidoost
West-
SW
Zuidwest
WSW
zuidwest
Noord-
NW
Noordwest
NNW
noordwest
2