10.2. Laadtoestand en controledisplay
• Op de besturingseenheid kan de laadtoestand van
de accu afgelezen worden. Om het display in te
schakelen, moet de handschakelaar eenmaal
ingedrukt worden. De noodstopschakelaar moet
ontgrendeld zijn (zie 9.).
10.3. Displaysymbolen:
Symbolen
Beschrijving
Accucapaciteit 100%
Accucapaciteit 75%
Accucapaciteit 50%
Accucapaciteit 25%; er
weerklinkt een akoestisch
signaal, accu moet geladen
worden.
Stand-bymodus
Low Batt
Minimumcapaciteit bereikt
Onderhoud of vervanging van
de lineaire aandrijving vereist.
Lineaire aandrijving heeft
600.000 sec. bedrijfstijd
overschreden.
Systeem is overbelast.
De accu kan verwijderd worden om hem te
vervangen of op te slaan.
11. Noodstopfunctie
• Door op de
noodstopschakelaar
vergrendelt
deze.
onderbroken
en
kan
handschakelaar aangestuurd worden. Bediening
BA-Nr.: 06.09.200/2021-08-A01
REBOTEC /
te drukken
De
aandrijving
wordt
niet
meer
met
de
geschiedt in noodsituaties en indien de normale
werking van het product gestoord is.
• Door de
noodstopschakelaar
pijl te draaien springt deze eruit en is hij
ontgrendeld. De aandrijving kan weer via de
handschakelaar aangestuurd worden.
12. Handschakelaar
• Met de handschakelaar wordt de aandrijving
geactiveerd (traploze verstelling) en het 'heffen' en
'neerlaten' van de arm bewerkstelligd.
• De knoppen moeten bij het desbetreffende proces
ingedrukt gehouden worden. Bij loslaten van de
knop stopt de aandrijving automatisch.
• Alternatief kan de lineaire aandrijving met de knop
(1) op de besturing uitgeschoven worden (heffen)
en
met
de
elektrische
ingeschoven (neerlaten). Zie 12,1.
13. Remfunctie
achterwielen
• De beide achterwielen hebben een belangrijke
veiligheidsvoorziening voor het gebruik van het
product. De achterwielen zijn uitgerust met een
parkeerrem en zwenkbeveiliging.
Opgelet: gevaar voor kantelen!
Steeds beide achterwielen vastzetten.
- 10 -
NL
in de richting van de
Heffen
Neerlaten
noodneerlating
(2)
1
2
van
de
•
Druk met de voet de
hendel
vooraan
naar
beneden.
Nu
zijn
de
wielen
geremd
en
beveiligd tegen zwenken.
•
Let
erop
dat
de
wielen zo mogelijk niet
naar binnen wijzen.