Indien noodzakelijk, kan het gebruik van een
oprichthulpmiddel of patiëntlift zinvol zijn.
Voorzichtig: gevaar voor vallen!
•
Vallen op het zitoppervlak
2.
van de stoel moet voorkomen
worden. De patiënt moet zoveel
mogelijk
stoeloppervlak zitten en niet
slechts op de rand ervan.
•
Bij
moeten zoveel mogelijk het
gehele oppervlak van de rugleuning en de
voetsteunen gebruikt worden.
12.2 Opstaan
• Vóór het opstaan moet erop gelet worden dat een
veilige stand van de stoel tegen wegglijden (zie
10.9) en kantelen gewaarborgd is, beide 24"-
wielen geremd zijn, de armleuningen correct
vastgeklikt zijn en de voetsteunen ter zijde of
omhooggeklapt zijn.
• De patiënt moet zover op het zitoppervlak naar
voren schuiven dat de voeten op de grond staan.
3.
• De patiënt moet zich bij het opstaan door het
verplegingspersoneel laten helpen.
Voorzichtig: gevaar voor vallen!
•
tijdens het neerzitten of
4.
opstaan
voetsteunen gaan staan.
BA-Nr.: 06.07.132/2021-11-A01
REBOTEC /
helemaal
op
het
personentransport
•
Zich met de armen
op
de
armleuningen
steunen en zich langzaam
van
het
zitoppervlak
opheffen.
•
Leun het lichaam
niet te ver naar voren om
gevaar
voor
vallen
voorkomen.
De
patiënt
mag
nooit
op
12.3 Bediening van de parkeerrem wiel
24"
• Druk de remhendel (1) helemaal naar achteren.
De inbusschroeven (2) van de parkeerrem slechts
licht met een sleutel (SW 5) losdraaien. De
parkeerrem tot ca. 25 mm vóór het wielprofiel 24"
schuiven en de inbusschroef stevig aandraaien.
• Controleer de werking van de parkeerremmen
door de hendel naar voren te drukken. Indien de
remwerking nog niet volstaat, opnieuw bijstellen
(afstand verkleinen of vergroten).
2
1
12.4 Zwenken van de armleuningen
• Door de vergrendelingsbouten (A) naar buiten te
trekken wordt de vergrendeling gelost en kunnen
de armleuningen naar achteren gezwenkt worden.
• Bij het omhoogklappen van de armleuningen
controleert u of de vergrendeling aan de
rugleuning (B) en de vergrendelingsbout (A)
correct vastzitten. Door ze met beide handen te
bedienen kunnen de armleuningen weggedraaid
worden.
te
• Houd hiervoor tijdens het gehele draaiproces de
vergrendelingsbout (A) uitgetrokken en beweeg de
armleuning met de andere hand aan punt (C).
Raak hierbij slechts het buitenste gedeelte aan en
tast niet in of door de armleuning.
C
B
de
Voer met regelmatige tussenpozen een
controle van de verkleining uit, aangezien
door eventuele kalkafzettingen op de
vergrendeling stroefheid kan optreden.
- 8 -
A
NL