Paneelbeschrijving
Voorpaneel
1
10
11
Microkanaal (bovenste rij)
Dit is het kanaal voor de aansluiting van een microfoon.
1
MIC-aansluiting
Sluit uw micro hier aan.
* Pintoewijzing van MIC-aansluiting
TIP:
HOT
RING:
COLD
SLEEVE: GND
2
[PAD]-knop
Gebruik deze knop als het ingangsniveau van de MIC-aansluiting
overmatig is of als het geluid is vervormd. Als de knop wordt
ingedrukt, wordt het ingangsniveau met 15 dB gedempt en licht
de knop groen op.
3
[PHANTOM]-schakelaar
Zorgt voor de fantoomvoeding. Schakel deze schakelaar IN als u
condensatormicrofoon aansluit die een fantoomvoeding vereist.
4
[VOLUME]-regelaar
Regelt het volume.
5
EQUALIZER
[BASS]-regelaar
Regelt het geluidsniveau van het frequentiebereik van de lage tonen.
[MIDDLE]-regelaar
Regelt het geluidsniveau van het frequentiebereik van de
middentonen.
[TREBLE]-regelaar
Regelt het geluidsniveau van het frequentiebereik van de hoge tonen.
6
ANTI-FEEDBACK
[PHASE]-knop
Als akoestische feedback een probleem is, probeert u eerst op de
[PHASE]-knop te drukken. Door de phase te wisselen, wordt de
akoestische feedback onderdrukt.
[NOTCH]-regelaar
Als het probleem niet wordt verholpen wanneer u de [PHASE]-
knop inschakelt, past u de [NOTCH]-regelaar aan.
5 Draai aan de [NOTCH]-regelaar (frequentie) wanneer
akoestische feedback optreedt om de locatie te vinden waarop
feedback wordt onderdrukt.
5 Als u de regelaar naar rechts draait, wordt de feedback van
de hoge tonen onderdrukt; als u de regelaar naar links draait,
wordt de feedback van de lage tonen onderdrukt.
4
2
3
4
5
12
13
14
2: HOT
1: GND
2: HOT
1: GND
3: COLD
3: COLD
6
7
15
16
17
7
[DELAY/ECHO]-regelaar
Past een vertraging/echo toe op de audio die vanaf de MIC-
aansluiting wordt ingevoerd. Draai de regelaar om de diepte van
het effect aan te passen.
* DELAY of ECHO is geselecteerd, naargelang de positie van de
regelaar.
1: GND
2: HOT
diepte
DELAY
3: COLD
Type
Effect
DELAY
Produceert een effect dat op een echo lijkt.
Produceert een onderscheidend ruimtelijk effect dat
ECHO
lijkt op het effect van een tape-echoapparaat.
8
[REVERB]-regelaar
Past de diepte van de galm aan.
9
HARMONY
Voegt een natuurlijke harmonie toe aan de audio die vanaf de
MIC-aansluiting wordt ingevoerd.
[LEVEL]-regelaar
Past het volume van de harmonie aan.
[ON]-knop
Schakelt HARMONY in/uit.
[TYPE]-knop
Selecteert het type harmonie. Het type wordt geschakeld telkens
wanneer je op de knop drukt.
Type
HIGH
UNISON
LOW
* U kunt de referentietoonhoogte opgeven die wordt gebruikt
wanneer de harmonie wordt toegevoegd. Voor meer details,
raadpleeg "De referentietoonhoogte voor de harmonie
opgeven" (p. 8).
8
9
18
19
20
diepte
ECHO
Beschrijving
Voegt harmonie toe boven het stemgeluid dat
wordt ingevoerd.
Simuleert het verdubbelingseffect dat wordt
geproduceerd wanneer een zanger dezelfde
melodie een tweede keer opneemt, waardoor het
geluid rijker wordt.
Voegt harmonie toe onder het stemgeluid dat
wordt ingevoerd.
21
22