9.3 Monteren van de rugleuning
10 Productgegevens
• Wijzigingen door toedoen van technische verdere
ontwikkelingen ten opzichte van de uitvoering in
deze bedieningshandleiding behouden wij ons
voor. Zie 15.
Gebied
Denver
2.
Productgewicht*
3.
Totaal gewicht*
Atlanta
2.
Productgewicht*
3.
Totaal gewicht*
Chicago
2.
Productgewicht*
3.
Totaal gewicht*
Dallas
2.
Productgewicht*
3.
Totaal gewicht*
Huidtolerantie
Ontvlambaarheid**
*Zonder toebehoren.
11 Bediening van het artikel
•
Vóór het gebruik moet verzekerd zijn dat het artikel
in een correcte gebruikstoestand verkeert. Indien
er gebreken of onjuiste werkingen bespeurbaar
zijn, mag het artikel niet gebruikt worden. Laat vóór
gebruik de gebreken door een vakhandelaar
repareren.
Indien vereist, naargelang de beperking
(gepaste beweeglijkheid en spierkracht) van
de patiënt, moeten het neerzitten en opstaan
met
behulp
van
plaatsvinden.
Instellingen
uitsluitend door het vakpersoneel uitgevoerd
worden!
BA-Nr.: 06.07.080/2021-11-A01
REBOTEC /
•
Voor de montage
van de rugleuning moeten
Max
de
armleuningen
naar
achteren gezwenkt zijn.
•
Steek de rugleuning
op de buizen en zwenk de
armleuningen
vervolgens
naar
voren
totdat
bouten vergrendelen.
Gegeven
19,8 kg
23,4 kg
20,6 kg
23,8 kg
20,5 kg
24,1 kg
21,3 kg
24,5 kg
DIN EN 10993-1/-5
DIN EN 1021-1/-2
een
verpleegkundige
achteraf
mogen
11.1 Neerzitten
• Vóór het neerzitten moet erop gelet worden dat
een veilige stand van de stoel tegen wegglijden en
kantelen gewaarborgd is, beide wielen geremd
zijn, de armleuningen correct vastgeklikt zijn, het
douche-/toiletzitje stevig ligt en de voetsteunen ter
zijde of omhooggeklapt zijn.
de
1.
is, moet het verplegingspersoneel ondersteuning
bieden. Indien noodzakelijk, kan het gebruik van
een oprichthulpmiddel of patiëntlift zinvol zijn.
Voorzichtig: gevaar voor vallen!
2.
gehele oppervlak van de rugleuning en de
voetsteunen gebruikt worden.
11.2 Opstaan
• Vóór het opstaan moet erop gelet worden dat een
veilige stand van de stoel tegen wegglijden en
kantelen gewaarborgd is, beide achterwielen
geremd zijn, de armleuningen correct vastgeklikt
zijn en de voetsteunen ter zijde of omhooggeklapt
zijn.
• De patiënt moet zover op het zitoppervlak naar
voren schuiven dat de voeten op de grond staan.
3.
- 7 -
NL
•
De patiënt moet zich
zo dicht mogelijk tegen de
stoel positioneren. Door
zich op beide armleuningen
te steunen, moet de patiënt
langzaam op het gevoerde
zitje gaan zitten.
•
Indien dit wegens
zijn beperking niet mogelijk
•
Vallen op het zitoppervlak
van de stoel moet voorkomen
worden.
De patiënt
zoveel mogelijk helemaal op
het stoeloppervlak zitten en
niet slechts op de rand ervan.
•
Bij
personentransport
moeten zoveel mogelijk het
•
Zich met de armen
op de armleuningen steunen
en zich langzaam van het
zitoppervlak opheffen.
•
Leun het lichaam
niet te ver naar voren om
gevaar
voor
vallen
voorkomen.
moet
te