Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Werking; Groepen; Netwachter; Diepontlaadbeveiliging - Van Lien 24 SVK Gebruiksaanwijzing

Centrale voedingskast
Inhoudsopgave

Advertenties

2 WERKING

2.1

Groepen

Afhankelijk van de uitvoering zijn er nood, continu en/of geschakelde groepen
beschikbaar. De armaturen die op de noodgroep zijn aangesloten branden alleen in
noodbedrijf. De armaturen die op de overige groepen zijn aangesloten branden ook
in netbedrijf. De continugroep brandt altijd en de geschakelde groepen branden
afhankelijk van de stuurstroomingangen respectievelijk transparant en nacht/nood.
Alle groepen kunt u tijdens noodbedrijf met de paraat stuurstroomingang
uitschakelen.
2.2

Netwachter

De netwachter bewaakt continu de netspanning 1- of 3-fasen. De
noodverlichting wordt ingeschakeld bij een netspanning lager dan 150 Volt en
uitgeschakeld bij een netspanning van meer dan 185 Volt (voldoet aan NEN-EN
60598-2-22).
2.3

Diepontlaadbeveiliging

Om de batterij te beschermen wordt in nood- en testbedrijf de belasting van de
batterij afgeschakeld indien de spanning de diepontlaadspanning bereikt heeft.
Dit wordt d.m.v. een rode LED gemeld op het frontpaneel. Tevens wordt het
contact „Alarm‟ (CN505) gesloten. (Zie lay-out stuurprint, pagina 14.)
Maximale belasting van de alarmcontacten is 30V bij 1A.
Hiermee kan een signaal naar een extern meldpunt worden gegeven. Deze
melding zal bij het terugkeren van de netspanning aanwezig blijven (conform
NEN-EN 50171) en kan met de meegeleverde software(zie hfst: 5.2) of door de
testknop(zie hfst: 4.4) worden gereset.
In noodbedrijf wordt 10 minuten voordat de belasting wordt uitgeschakeld een
waarschuwing op het display zichtbaar.
2.4

Display

Op het display zijn de tijd, datum, spanning en (ont)laadstroom van de accu af
te lezen. Gedurende de zomertijd is achter de tijd een * zichtbaar.
2.5

Batterij en laderbewaking

De batterijspanning wordt voortdurend gemeten. Nadat de batterijen
gedurende 12 uur zijn geladen wordt bij een te lage batterijspanning (minder
dan 27 Volt) de melding
een defecte hoofdzekering duiden. Als de batterijspanning de 28 volt bereikt is
de laadstroom minimaal. Dit is af te lezen op het display. Loopt er toch
laadstroom dan krijgt u de foutmelding: Laadstroom fout. Deze melding
verschijnt ook als bij een batterijspanning lager van 27 volt de laadstroom te
laag is. Komt de batterijspanning boven de 28,5 volt, dan wordt de melding
batterijspanning te hoog
Versie 24.06 2013
batterijspanning te laag
gegeven.
gegeven. Dit kan ook op
Pagina 4 van 16

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave