Installatie- en
bedieningsinstructies
TP.30/06/09.NL
Uitgave 2009 / NL / BE
FLAMCO-FILL NFE+MVE INSTALLATIE- EN BEDIENINGSINSTRUCTIES_APPENDIX
Vulhoeveelheid controleren (in "Auto" modus (automatisch))
2.2.2.
Voorwaarde: een aangesloten en geactiveerde pulswatermeter (IWM) van NFEx.2.
De gebruiker kan vrij parameters voor de navulhoeveelheid instellen. Indien niet aan de onderstaande
condities wordt voldaan, zal het systeem een storing aangeven; het foutcontact opent.
● De werkelijke vulhoeveelheid mag de maximum hoeveelheid per activering (in een cyclus) niet
overschrijden en tegelijkertijd:
● Het minimum interval tussen twee cycli mag niet korter zijn dan de geprogrammeerde tijd.
● Het maximum aantal cycli per tijdvenster mag het in het looptijdvenster geprogrammeerde aantal (bijv.
niet meer dan 3 cycli gedurende de afgelopen 8 uur) niet overschrijden.
Indien niet aan deze condities wordt voldaan, zal het systeem een storing aangeven; het foutcontact opent.
Eerste vulprocedure controleren
2.2.3.
Voor het eerste maal vullen van het systeem kan de vulmodus "VUL" worden gebruikt. De striktere
controlelimieten van de Auto modus worden opgeheven. De maximum hoeveelheid voor de eerste
vulprocedure of de maximum tijd voor de eerste vulprocedure kunnen worden gecontroleerd. Om dit te
controleren, moet de pulswatermeter worden geactiveerd en met de MVE1 worden verbonden. Na een
succesvolle eerste vulling schakelt het systeem automatisch naar de Auto modus.
Zodra de maximum hoeveelheid/tijd voor de eerste vulprocedure tijdens het vullen van het systeem is
bereikt, zal het systeem een storing aangeven; het foutcontact opent totdat een handmatige bevestiging is
uitgevoerd.
Druktoenamehoeveelheid controleren (in automatische modus "Auto")
2.2.4.
Voorwaarde: een aangesloten en geactiveerde pulswatermeter (IWM) van NFEx.2. Binnen deze vooraf
bepaalde vulhoeveelheid moet de systeemdruk met tenminste 0,1 bar toenemen. Indien dit niet gebeurt,
zal het systeem een storing aangeven; het foutcontact wordt geopend totdat een handmatige bevestiging is
uitgevoerd.
Door "0" in te voeren, kan deze controleprocedure worden uitgeschakeld (bijv. tijdens de vulprocedure in
drukloze expansietanks).
Druktoenametijd controleren (in automatische modus "Auto")
2.2.5.
Binnen deze vooraf bepaalde vultijd moet de systeemdruk met tenminste 0,1 bar toenemen. Indien dit niet
gebeurt, zal het systeem een storing aangeven; het foutcontact wordt geopend totdat een handmatige
bevestiging is uitgevoerd. Door "0" in te voeren, kan deze controleprocedure worden uitgeschakeld (bijv.
tijdens de vulprocedure in drukloze expansietanks).
4