3.3
Programma's
U kunt kiezen uit de volgende programma's:
+
Quick-Startprogramma's:
+
Doelprogramma's:
+
Vooringestelde profielprogramma's:
+
Gebruikersprogramma's:
3.3.1
Quick-Startprogramma
1.
Om het Quick-Startprogramma te starten, drukt u op de START-/PAUSE-toets.
Op het scherm wordt afgeteld van 5 naar 1, vervolgens weerklinkt een geluidssignaal en start het
programma.
OPMERKING
L
De standaardwaarde voor de snelheid bedraagt 1 km/u.
2.
Om de snelheid of de hellingsgraad aan te passen, gebruikt u de desbetreffende toetsen op de
console of op de handrails.
3.
Druk op de START-/PAUSE-toets om het programma te pauzeren of op de STOP-toets om het
programma te beëindigen.
3.3.2
Doelprogramma's
De doelprogramma's kunnen afhankelijk van de waarden voor tijd, afstand of calorieën worden
gebruikt.
1.
Om een doelprogramma te kiezen, drukt u de MODE-toets.
OPMERKING
L
Bij het drukken van de MODE-toets wisselt het scherm af in de volgorde tijd → afstand → calorieën.
De waarde voor het geselecteerde doelprogramma knippert.
2.
Om de waarde aan te passen, gebruikt u de toetsen +/- voor de snelheid op de console of de
handrail.
3.
Om het doelprogramma te starten, drukt u op de START-/PAUSE-toets.
Op het scherm wordt afgeteld van 5 naar 1, vervolgens weerklinkt een geluidssignaal en start het
programma.
De waarde voor het geselecteerde doelprogramma telt af, de overige waarden tellen op.
OPMERKING
L
U kunt de hellingsgraad en de snelheid tijdens de training aanpassen met de desbetreffende
toetsen op de console of de handrail
4.
Druk op de START-/PAUSE-toets om het programma te pauzeren of op de STOP-toets om het
programma te beëindigen.
18
1
3
36
3
T40