Lustester – Technische gebruikshandleiding
4.3.2 Uitlezen van een geadresseerde lus/lijn (bestaande installaties)
Let op: Als de lustester wordt gebruikt voor de diagnose van bestaande en reeds werkende brandalarmsystemen, wordt
het sterk aanbevolen om eerst de bestaande configuratie op te slaan met de speciale programmeersoftware!
Om een bestaande installatie te testen (geadresseerde apparaten) volgt u de volgende stappen:
1. Lees de paneelconfiguratie uit met programmeersoftware en sla deze op als *TDF databestand.
2. Schakel het brandpaneel uit.
3. Maak de luskabels los van de lusuitbreidingsklemmen.
4. Sluit de lus/lijnkabels aan op de aansluitklemmen van de lustester zoals is beschreven bij punt 3.1.
5. Schakel de lustester in.
6. Ga naar het menu "Lustest" en selecteer het submenu "Lus-tools". Selecteer een test en druk op ENTER.
7. Selecteer de optie "Geadresseerde lus" en bevestig.
4.4. Kabeltests uitvoeren
Dit is een menu voor het testen van de brandkabel die in de installatie wordt gebruikt. De test kan volledig automatisch worden
uitgevoerd of handmatig met afzonderlijke tests voor verschillende elektrische waarden. Het wordt aanbevolen om eerst de
automatische test uit te voeren om de algemene status van de kabel te controleren en daarna, indien nodig, verder te gaan met
afzonderlijke tests.
De uitgevoerde tests sporen onderbrekingen, kortsluitingen of aardfouten op in de geïnstalleerde kabel die de werking van de
luslijn kunnen verstoren.
Let op: De tests moeten worden uitgevoerd zonder dat er apparaten op de kabel zijn aangesloten. Als er apparaten zijn
aangesloten, moeten ze zijn uitgeschakeld of gedemonteerd zijn, alvorens de gewenste tests uit te voeren.
Selecteer het menu Kabeltest en bevestig met de knop ENTER. Kies daarna voor auto of afzonderlijke kabeltest.
4.4.1 Auto kabeltest
Kabeltests
Lustests
Adressering
Taal
Selecteer dit submenu om de volledig automatische test van de elektrische eigenschappen van de kabel uit te voeren. Terwijl de
test wordt uitgevoerd, verschijnt het bericht "Wachten aub" op het display. De testtijd kan variëren afhankelijk van de kabellengte.
De testresultaten worden getoond als een lijst met waarden die kunnen worden bekeken (omhoog/omlaag scrollen) met de
pijltjestoetsen.
Waarde
Gemeten spanning van de luszijde A. Zijde A wordt ingeschakeld en
Ua
vervolgens wordt de spanning aan dezelfde zijde van de lus gemeten.
Gemeten spanning van de luszijde B. Zijde A wordt ingeschakeld, daarna
wordt zijde B ingeschakeld en vervolgens wordt de spanning gemeten bij
Ub
luszijde B. De meting geeft een indicatie de spanningsverliezen (van zijde A
naar zijde B), de stroomwaarde en de kabelweerstand.
De weerstand van de positieve draad van de kabel. Als de melding "Te hoog"
R+
verschijnt, betekent dit dat er een onderbreking in de kabel zit of dat er sprake
is van een slecht contact in de verbindingen.
De weerstand van de negatieve draad van de kabel. Zelfde als de beschrijving
R-
bij "R+".
Re
De weerstand van de aardkabel. Zelfde als de beschrijving bij "R+".
Duidt op de aanwezigheid van een aardfout (of aardlek) van de positieve of
Aardfout
negatieve draad van de kabel* (zie punt 4.4.3)
Duidt op de aanwezigheid van een kortsluiting tussen de positieve of
Kortsl. in kab.
negatieve draad van de kabel* (zie punt 4.4.3)
Onderbrek in
Duidt op de aanwezigheid van een onderbreking in de kabel* (zie punt 4.4.3)
kabl.
Auto kabeltest
Afzonderlijke
kabeltest
Beschrijving
6
Bereiklimieten/-berichten
< 250 Ohm – Normaal
250 - 400 Ohm – Hoog
> 400 Ohm – Te hoog
(zie punt 4.4.3)
Geen – Geen fout
Ja – Aardfout in de kabel
gedetecteerd
Geen – Geen fout
Ja – Kortsluiting in de kabel
Geen – Geen fout
Ja – Onderbreking in de kabel
15-32V