[Instellingen beeldmodus]
(Snelle instellingen)
Met deze functie kunt u de geselecteerde beeldmodus in detail aanpassen.
De beschikbare opties kunnen variëren, afhankelijk van het invoersignaal of de
geselecteerde beeldmodus.
De configureerbare items kunnen verschillen, afhankelijk van het model.
•
[Contrast]
Hiermee past u contrast van de lichte en donkere gebieden van het beeld aan.
Hoe dichter bij 100, hoe hoger het contrast.
•
[Helderheid]
Hiermee stelt u de helderheid van het scherm in. Hoe dichter bij 100, hoe
helderder het scherm.
•
[Scherpte]
Hiermee stelt u de scherpte van het beeld in. Hoe dichter bij 50, hoe scherper en
duidelijker het beeld.
•
[Kleur]
Hiermee vervlakt of verdiept u de kleuren die op het scherm worden
weergegeven. Hoe dichter bij 100, hoe dieper de kleur.
•
[Tint]
Hiermee past u de kleurbalans tussen rood en groen op het scherm aan. Hoe
dichter bij Rood 50, hoe roder de kleur. Hoe dichter bij Groen 50, hoe groener
de kleur.
•
[Kleurtemperatuur]
Hiermee past u de kleurtemperatuur koel/medium/warm/natuurlijk aan.
– De instellingen die u opgeeft, gelden alleen voor de op dat moment
geselecteerde invoermodus. Om uw huidige beeldinstellingen toe te passen
op alle invoermodi, selecteert u [Toepassen op alle ingangen].
•
[Toepassen op alle ingangen]
Sla de huidige aangepaste instellingen op voor de beeldmodi die op dat moment
zijn geselecteerd; deze bewerking is van toepassing op alle ingangen.
•
[Terugzetten]
Met deze optie worden de beeldinstellingen gereset.
– U kunt de beeldmodi afzonderlijk instellen. Selecteer de beeldmodus die u wilt
resetten en schakel de modus in.
[Beeld]
[Instellingen beeldmodus]
45