aansluiting van de elektriciteitsvoorzieningen kan leiden tot ernstige ongelukken of brand veroorzaken. Foutieve aansluiting
van de elektra kan leiden tot ernstige ongevallen en brand veroorzaken.
•
De elektrische aansluitingen dienen te worden voorzien van de juiste bekabeling. De bekabeling dient zo te worden
aangelegd dat er geen mechanische krachten vrij kunnen komen op de kabelaansluitingen in het apparaat. Foutieve
aansluiting van de bekabeling kan leiden tot oververhitting van het apparaat, en brand veroorzaken. Foutieve montage van
het servicepaneel kan eveneens lijden tot oververhitting, en brand veroorzaken.
•
De elektrische bekabeling dient zo te worden geïnstalleerd dat deze niet los kan komen, ook de servicepanelen dienen op
de juiste manier te worden teruggeplaatst. Een foutieve installatie kan leiden tot oververhitting van de apparatuur of brand.
Tijdens het installeren en transporteren, dient men ervoor te zorgen dat er geen lucht of andere stoffen in het leidingwerk
terechtkomen als het koudemiddel R32. Indien het koudemiddel vermengt wordt met andere stoffen, kunnen er te hoge
drukken ontstaan die tot een explosie kunnen leiden en letsel kunnen veroorzaken.
•
Installeer alleen originele onderdelen. Het gebruiken van niet originele onderdelen kan leiden tot waterlekkage,
stroomstoten, brand en koudemiddellekkage.
•
Open nooit de servicekranen (gas of vloeistof zijde) voordat de installatie op lekdichtheid getest en gevacumeerd is. Indien
er tijdens het installeren van het leidingwerk koudemiddel vrijkomt, stop dan onmiddellijk alle soldeerwerkzaamheden en
ventileer de ruimte. Vrijgekomen koudemiddel kan indien het in contact komt met een open vlam tot een giftige gaswolk
leiden.
•
Zodra de installatiewerkzaamheden voltooid zijn dient men dient men het apparaat op lekdichtheid te testen. Indien er
gasvormig koudemiddel vrijkomt in een afgesloten ruimte, dan kan dit leiden tot de ontwikkeling van giftige gassen zodra
het in aanraking komt met hete lucht van een luchtverhitter, open vlammen of kookplaat.
LET OP !!!
•
Het systeem dient geaard te worden. De aardedraad niet aansluiten op de gasleiding, waterleiding, bliksemafleider of
telefoon aardekabel aansluiten. Een foutieve aansluiting van de aardebekabeling kan leiden tot stroomstoten.
•
Afhankelijk van waar het apparaat geplaatst wordt is het aan te bevelen een overstroombeveiliging toe te passen. Indien
geen overstroombeveiliging wordt toegepast, kan dit leiden tot stroomstoten.
•
Alle aanwijzingen uit deze handleiding dienen tijdens de installatiewerkzaamheden te worden opgevolgd. Een foutieve
installatie kan leiden tot sterke vibraties en lawaai veroorzaken.
•
Het apparaat mag niet geplaatst worden op een plek waar brandbare gassen vrij kunnen komen. Indien een hoge
concentratie brandbare gassen zich om het apparaat ophoopt kan brand ontstaan.
•
Installeer de condensafvoer volgens de installatievoorschriften om zeker te zijn van een juiste condensafvoer. De
condensleiding dient geïsoleerd te worden om condensvorming te voorkomen.
•
Installeer het apparaat niet in de buurt waar planten of aanverwanten in contact kunnen komen met de ventilatoren, dit om
schade te voorkomen.
•
Zorg er tijdens het installeren voor dat er genoeg ruimte is voor onderhoud en reparatiewerkzaamheden. Ruimtegebrek kan
leiden tot ongevallen en verwondingen bij het onderhoudspersoneel.
•
Indien het apparaat op een dak geïnstalleerd wordt zorg dan om de veiligheid van het onderhoudspersoneel te waarborgen
voor vaste steunen, handgrepen en relingen om het apparaat en langs het pad ernaartoe.
•
De flensverbindingen dienen met twee steeksleutels van de juiste diameter niet te vast te worden aangedraaid om
beschadiging van de verbinding te voorkomen (zie aandraaitabel). Beschadigde of slechte flensverbindingen kunnen tot
koudemiddel lekkage leiden, waardoor zuurstofgebrek kan ontstaan.
•
Om condensatie te voorkomen dienen de koelleidingen te worden geïsoleerd. Indien de isolatie niet toereikend is kan er
waterlekkage optreden of condensdruppels ontstaan waardoor schade aan de inboedel kan ontstaan.
•
Zodra de installatiewerkzaamheden voltooid zijn, dient de installatie door middel van stikstof op lekkage te worden getest.
Koudemiddel lekkage kan in een afgesloten ruimte leiden tot een overconcentratie en zodoende ademhalingsproblemen
veroorzaken.
5