8 Justeren
Omdat de waarde van de valversnelling niet op elke plek op aarde gelijk is, dient elke
weegschaal aangepast te worden - conform de weegregel voortvloeiende uit regels
van natuurkunde - aan de valversnelling op de plaats van installatie van de
weegschaal (enkel indien de weegschaal niet eerder in fabriek is gejusteerd op de
plaats van installatie). Een dergelijk justeerproces dient men uit te voeren bij eerste
ingebruikname, na elke wijziging van locatie van de weegschaal als ook bij
temperatuurschommelingen van de omgeving. Om precieze meetwaarden te
bereiken is het aanbevolen om aanvullend cyclisch de weegschaal te justeren ook in
de weegmodus.
Voor stabiele omgevingsomstandigheden zorgen. Vereiste opwarmingstijd
verzekeren (zie hoofdstuk 1) voor de stabilisatie van de weegschaal. Men dient
daarbij op te letten dat het systeem niet belast is. Het systeem dient met 2 hijspulsen
te worden gehesen en helemaal vrij te staan.
Bij geijkte weegsystemen op het nummer van het controlegetal
letten.
Nadat de display wordt ingeschakeld, verschijnt het nummer van het
controlegetal. Dat nummer wordt automatisch aangepast na elke ingrijp in
het justeren. Bij geijkte systemen deze nummer is een essentieel
bestanddeel voor de conformiteitsbeoordeling. Daardoor is het altijd mogelijk
om te controleren of een nieuwe ijking plaat heeft gevonden.
Om het nummer van het controlegetal af te lezen dient het systeem met de
toets
te worden uitgeschakeld en opnieuw ingeschakeld. Op de display
verschijnen de volgende informaties achter elkaar, bv.:
De ijking is niet geldig indien het controlenummer van het systeem niet met
het controlenummer op het typeplaatje overeenstemt.
12
8888.8 (segmentencontrole van de LCD-
display),
P 7.3 (nr. van het programma),
14325 (stand van de ijkingteller),
0 (weegmodus).
VHM_M-BA-nl-1012