INSTRUCTIES VOOR OPLAdEN
1. Sluit de lader aan op de accu.
2. Sluit de lader aan op een wandcontactdoos. Het aan/uitlampje geeft aan dat de voe-
dingskabel is aangesloten op de wandcontactdoos. Het storingslampje gaat branden
als de accuklemmen niet correct zijn aangesloten. De beveiliging tegen omgekeerde
polariteit zorgt ervoor dat accu of lader geen schade oplopen.
3. Selecteer het oplaadprogramma met de MODUS-toets.
4. Volg het 8-stappendisplay tijdens het oplaadproces.
De accu is gereed om de motor te starten wanneer STAP 4 verlicht is.
De accu is volledig geladen wanneer STAP 7 verlicht is.
5. Het laden kan op elk gewenst moment worden gestopt door de stekker uit het stopcon-
tact te trekken.
kLAAR VOOR
GEBRUIk
STORINGS-
LAMPJE
MOdUS-
TOETS
AAN-/
UITLAMPJE
INdICATOR
PROGRAMMA
AGM ACCU-
TEMPERA-
VOOR NOR-
PROGRAMMA
TUURSENSOR
MALE ACCU'S
VOLLEdIG
OPGELAdEN
RECONd
VOEdINGS-
PROGRAMMA
PROGRAMMA
NL • 45