3. Selecteer de functie die u wilt in- of uitschakelen en druk u op Enter.
4. Kies de gewenste instelling en druk op Enter.
5. Het programma Setup Utility afsluiten. Zie 'Setup Utility afsluiten' op pagina 35.
De ErP LPS-compliantiemodus in- of uitschakelen
Lenovo-computers voldoen aan de eco-designvereisten van de ErP Lot 3-regelgeving. Ga voor meer
informatie naar:
http://www.lenovo.com/ecodeclaration
U kunt de ErP LPS-compliantiemodus in het programma Setup Utility inschakelen om het elektriciteitsverbruik
te verlagen wanneer de computer uit of in slaapstand staat.
Ga als volgt te werk om de ErP LPS-compliantiemodus in of uit te schakelen:
1. Start het programma Setup Utility. Zie 'Het programma Setup Utility starten' op pagina 31.
2. Selecteer Power ➙ Enhanced Power Saving Mode en druk op Enter.
3. Afhankelijk van of u Enabled of Disabled selecteert, voert u een van de volgende handelingen uit:
• Als u Enabled selecteert, drukt u op Enter. Schakel vervolgens de functie Wake on LAN uit. Zie 'De
Automatic Power On-functies in- en uitschakelen' op pagina 31.
• Als u Disabled selecteert, drukt u op Enter. Ga vervolgens door naar de volgende stap.
4. Het programma Setup Utility afsluiten. Zie 'Setup Utility afsluiten' op pagina 35.
Wanneer de ErP LPS-compliantiemodus is ingeschakeld, kunt u de computer als volgt uit de slaapstand
halen:
• Druk op de aan/uit-knop.
• Schakel de functie Wake Up on Alarm in om de computer op de ingestelde tijd te activeren. Zie 'De
Automatic Power On-functies in- en uitschakelen' op pagina 31.
• Schakel de functie After Power Loss in om de computer te activeren wanneer de voeding na
elektriciteitsuitval weer wordt ingeschakeld.
1. Start het programma Setup Utility. Zie 'Het programma Setup Utility starten' op pagina 31.
2. Selecteer Power ➙ After Power Loss en druk op Enter.
3. Selecteer Power On en druk op Enter.
4. Het programma Setup Utility afsluiten. Zie 'Setup Utility afsluiten' op pagina 35.
De functie Configuration Change Detection in- of uitschakelen
Als u de functie Configuration Change Detection inschakelt en de POST gewijzigde configuraties van
sommige hardwareapparaten (zoals opslagstations of geheugenmodules) detecteert, wordt een foutmelding
weergegeven wanneer u uw computer aanzet.
Ga als volgt te werk om de functie Configuration Change Detection in of uit te schakelen:
1. Start het programma Setup Utility. Zie 'Het programma Setup Utility starten' op pagina 31.
2. Selecteer Security ➙ Configuration Change Detection en druk op Enter.
3. Kies de gewenste instelling en druk op Enter.
4. Het programma Setup Utility afsluiten. Zie 'Setup Utility afsluiten' op pagina 35.
Ga als volgt te werk om het foutbericht te omzeilen en in te loggen op het besturingssysteem:
• Druk op de toets F2.
32
Lenovo S510 Gebruikershandleiding