❺ Probleemoplossing
• Wij verzoeken voordat u contact opneemt met uw dealer, enkele eenvoudige controles uit te
voeren in geval van storing met behulp van de volgende tabellen.
• Als het probleem aanhoudt, dient u contact op te nemen met uw dealer.
•
: Acti es voorbehouden aan een gekwalifi ceerde monteur
5.1 I Gedrag van het apparaat
De pomp start niet / de
motor draait niet.
De pomp zuigt niet aan /
er is lucht zichtbaar in de
voorfi lterkorf.
Laag debiet / lage druk in
het fi lter
Laag debiet / hoge druk
in het fi lter
Lawaaierige pomp
Lekkage tussen het
pomplichaam en de
motor
De pomp warmt op en
schakelt uit
Er is geen weergave op de
gebruikersinterface
• Filtrati e buiten een geprogrammeerde werkbereik (modus "Auto"). Controleer de
instelling van de fi lterklok.
• Zekering van de gebruikersinterface defect, vervang deze.
• Elektrische voeding uitgeschakeld. Check de stroomonderbreker(s).
•
Controleer de aansluiti ng van de elektrische kabel op de motorklemmen.
• Controleer of de kabel van de gebruikersinterface niet beschadigd is.
• Het indicatorlampje "fout" knippert, zie § "5.2 I Foutcodes"
• Controleer of de motoras vrij kan draaien. Controleer of er zich geen vuil in de
voorfi lterkorf bevindt.
•
Wanneer er vuil achterblijft , demonteer dan de pomp om toegang te krijgen tot
de waaier.
• Controleer de positi e van alle kleppen van het hydraulische circuit.
• Er zit lucht gevangen in het systeem, ontlucht dan het hydraulische circuit
(ontluchti ngsschroef op het fi lter).
• Het waterpeil van het zwembad is te laag; er wordt lucht aangezogen; vul het zwembad
bij.
• De voorfi lterkorf is niet goed afgedicht, controleer de pakking en de dichtheid van het
deksel.
• De voorfi lterkorf is gevuld met vuil: deze schoonmaken.
• Lucht in het circuit. Controleer alle aanspanmomenten.
•
De waaier en de diff usor van de pomp zijn verstopt of versleten, vervang deze.
•
De dichti ng van de diff usor is versleten, vervang deze.
• Het fi lter is vervuilt. Voer een fi lterspoeling uit (of van het patroon volgens het geval).
• Controleer de positi e van alle kleppen van het hydraulische circuit.
• Luchtaanzuiging of cavitati e in de aanzuigleiding. Controleer de kleppositi e en pas deze
zo nodig aan.
• De pomp verkeerd op de grond geplaatst. Zorg ervoor dat plat staat op een harde
ondergrond. Gebruik anti -vibrati epads indien nodig.
• Aanwezigheid van een vreemd lichaam in de voorfi lterkorf
•
Aanwezigheid van een vreemd lichaam in het pomplichaam (in dit geval is
demontage vereist).
•
De mechanische voering is beschadigd of defect, vervang deze
• De motor raakt oververhit omdat deze onvoldoende geventi leerd is. Controleer of er
voldoende vrije ruimte rondom de motor is.
•
Er treedt een elektrische storing op. Controleer de elektrische aansluiti ngen en
controleer de spanning van het elektriciteitsnet. Deze mag niet variëren.
• De kabel(s) is/zijn beschadigd of onjuist aangesloten in het kastje van de
gebruikersinterface, controleer zijn/hun toestand.
NL
11