Opmerking:
Het rooster kan verticaal gekanteld worden door hem met de
hand te verplaatsen om de luchtstroom te oriënteren (afb. 13):
voer deze handeling uit met het stilstaande rooster, zonder te
forceren.
3.7 Auto OFF
De vertraagde uitschakeling kan worden ingesteld van 1 tot 24
uur door te drukken op de toets
1. Blijf drukken tot aan de selectie van het nummer van de
gewenste uren voor werking: het nummer wordt weerge-
geven op het display (C1);
2. Het symbool
en de numerieke waarde knipperen om
aan te geven dat de automatische uitschakeling gepro-
grammeerd wordt. Wanneer het symbool en de numerieke
waarde vast worden weergegeven, is de programmering
opgeslagen (afb. 14).
Opmerking:
Om de automatische uitschakeling te deactiveren moet toets
(B6 of D3) worden ingedrukt tot de waarde "00" wordt in-
gesteld: het symbool
gaan, is de automatische uitschakeling gedeactiveerd.
4. HET WATERRESERVOIR VULLEN
Controleer, voordat de functie Koeling/Ontvochtiging gestart
wordt, of er water aanwezig is in het reservoir. Wanneer het
water tijdens het gebruik opraakt, laat het apparaat een ge-
luidssignaal horen en knippert het symbool
ventilatie van het apparaat blijft in ieder geval actief.
1. Verwijder het waterreservoir (afb. 4) en vul het met MAX
4,5 l vers leidingwater (gebruik altijd leidingwater en vul
het reservoir nooit te veel): controleer de niveau-indicator
(A2);
2. Plaats het waterreservoir terug.
5. REINIGING EN ONDERHOUD
•
Koppel het apparaat altijd los van het elektriciteitsnet alvo-
rens het te reinigen.
•
Dompel het apparaat nooit onder in water.
•
Giet nooit water rechtstreeks op het apparaat (afb. 16).
•
Gebruik geen benzine, alcohol of oplosmiddelen.
•
Sproei geen insecticiden of dergelijke op het apparaat: de
plastic delen zouden kunnen vervormen.
•
Reinig het oppervlak van het apparaat met een zachte
doek. Gebruik nooit schuursponsen omdat dit krassen op
het oppervlak kan veroorzaken.
5.1 Reinig het stoffilter en het
verdampingspaneel.
Reinig het stoffilter regelmatig. De frequentie van de reiniging
moet bepaald worden op basis van de bedrijfstijd: wanneer het
(B6 of D3).
en "00" knipperen. Wanneer deze uit
(afb. 15): de
apparaat dagelijks gebruikt wordt, verdient het de voorkeur om
het filter wekelijks te reinigen.
•
Verwijder het stoffilter en de houder van het verdam-
pingspaneel (afb. 17);
•
Gebruik een stofzuiger om het stof uit de filters op te zui-
gen (afb. 18);
•
Was de houder van het verdampingspaneel grondig met
water; laat het vervolgens volledig drogen en plaats dan de
filters terug in hun zitting (afb. 19).
Opmerking:
Om de efficiëntie van het apparaat te waarborgen, wordt aan-
geraden om het verdampingspaneel (A11) om de drie jaar te
vervangen.
5.2 Het waterreservoir reinigen
•
Verwijder het waterreservoir (afb. 4);
•
Reinig met een in de handel verkrijgbaar ontsmettings-
middel (afb. 20).
5.3 De batterij van de afstandsbediening
vervangen
•
Verwijder de houder van de batterij die zich op de achter-
kant van de afstandsbediening bevindt (afb. 21);
•
Plaats een batterij type 3V CR2025 in de houder, volgens
de correcte polariteit (+ en -) en plaats de houder terug
(afb. 22).
De afstandsbediening is klaar voor gebruik.
Opmerking:
Zowel bij vervanging als bij de vernietiging van de afstandsbe-
diening moeten de batterijen worden verwijderd en afgevoerd
volgens de van kracht zijnde wetgeving, omdat zij schadelijk zijn
voor het milieu.
Gooi de batterijen niet in open vuur omdat ze dan kunnen explo-
deren of gevaarlijke vloeistoffen afgeven.
6. VERWIJDERING
Het apparaat mag niet verwijderd worden met het
huisafval, maar moet worden ingeleverd bij een er-
kend verzamelpunt voor gescheiden inzameling.
29