3.2.2 Netwerkinstellingen
Hieronder wordt uitgelegd hoe u een bedrade netwerkverbinding voor de unit kunt configureren.
Cameranaam: Vul de door u gewenste cameranaam in of gebruik de standaardnaam.
DHCP: Als dit wordt geselecteerd, krijgt de unit telkens als het verbinding maakt met het LAN,
automatisch een beschikbaar dynamisch IP-adres van de DHCP-server.
IP-adres: Vul handmatig het IP-adres in als DHCP uit is geselecteerd.
Subnetmasker: Gebruik het standaardadres: 255.255.255.0. Als het subnetmasker onjuist is
geconfigureerd, is de unit mogelijk niet in staat om met andere apparaten op het netwerk te
communiceren.
Standaardgateway: Laat leeg als standaardinstelling. Er hoeft geen standaardgateway te worden
ingevuld als het niet wordt gebruikt. Vraag uw netwerkbeheerder om meer informatie over de
standaardgateway.
Primaire DNS: (hetzelfde als hierboven)
Secundaire DNS: (hetzelfde als hierboven)
UPnP: Als dit ingesteld is op 'AAN', kan de unit automatisch door de computers in het LAN worden
gedetecteerd waardoor het installeren van Illustra Connect kan worden overgeslagen.
OSD: Als dit is ingesteld op 'AAN', kan de naam van de camera op het scherm worden weergegeven.
F
3-23: N
IGUUR
ETWERKINSTELLINGEN
33
Illustra Flex 1MP en 3MP box camera