BEDIENINGSELEMENTEN
SR 8 AFSTANDSBEDIENING
12
10 TONE DFT (TOONDEMPING): De toonknoppen worden met deze toets in- of uitgeschakeld.
CD-SPELERREGELING (voor gebruik met geschikte NAD CD-speler): Zet de DEVICE SELECTOR
(SELECTIEKNOP TOESTELLEN) op "CD" als u toegang wilt krijgen tot deze toetsen. Sommige van de
onderstaande regeltoetsen kunnen alleen voor specifieke modellen van de NAD CD-speler worden
gebruikt; kijk de gebruikershandleiding van uw CD-speler na voor de compatibiliteit van regeltoetsen.
U kunt ook de van toepassing zijnde NAD-codebibliotheek in dit toestel plaatsen zodat het geschikt
kan worden gemaakt voor gebruik met andere NAD-apparatuur. Raadpleeg onderstaand gedeelte
over "DE BIBLIOTHEEK VAN DE SR 8-AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN" en het plaatsen van de NAD-
codebibliotheek.
SCAN [
] : Snel achteruit/vooruit zoeken.
[ ] : Voor het openen en sluiten van de schijflade.
[
] : Voor het stopzetten van het afspelen.
[ ] : Pauzeert het afspelen tijdelijk.
[
] : Ga naar volgend track of bestand.
[
] : Ga naar het begin van de het huidige track/bestand of naar het vorige track/bestand.
[ ]: Hiermee wordt het afspelen gestart.
[
] : Een selectie maken uit de maplijsten/Een selectie maken uit de WMA/MP3-bestanden.
ENTER: Selecteer de map of het WMA/MP3-bestand van uw keuze.
DISP: Weergavetijd en andere display-informatie tonen.
RAND: Speelt tracks/bestanden in willekeurige volgorde af.
RPT: Herhalen van track, bestanden of alles.
PROG: Programmeermodus in- of uitschakelen.
CLEAR: Verwijder een track- of bestandsnummer dat op de programmalijst staat.
CD: Selecteer "CD" als de actieve bron.
USB: Selecteer "USB" als de actieve bron.
OPT: Selecteer de ingang Optical (Optisch) als de actieve bron.
SRC: Selecteer de gewenste SRC-modus.
TUNERREGELING (voor gebruik met geschikte NAD Receiver, AM/FM/DAB-tuner): Zet de
DEVICE SELECTOR (SELECTIEKNOP TOESTELLEN) op "TUN" als u toegang wilt krijgen tot deze toetsen.
Raadpleeg de bijbehorende labels die op de voorzijde van de afstandsbediening zijn afgedrukt, en
de respectievelijke toetsen die eraan zijn toegewezen als u deze functies wilt gebruiken. Sommige
van de onderstaande regeltoetsen kunnen alleen voor specifieke modellen van de NAD Receiver
of Tuner worden gebruikt; kijk de gebruikershandleiding van uw NAD Receiver of Tuner na voor de
compatibiliteit van regeltoetsen. U kunt ook de van toepassing zijnde NAD-codebibliotheek in dit
toestel plaatsen zodat het geschikt kan worden gemaakt voor gebruik met andere NAD-apparatuur.
Raadpleeg onderstaand gedeelte over "DE BIBLIOTHEEK VAN DE SR 8-AFSTANDSBEDIENING
GEBRUIKEN" en het plaatsen van de NAD-codebibliotheek.
AUTO TUNE: Automatisch alle beschikbare lokale DAB-uitzendingen scannen.
TUNE [
] or [
] : Afstemmen vooruit of achteruit.
PRESET [
] of [
] : Omhoog of omlaag door de Voorkeuze-nummers.
AM/FM/DB : Selecteer de AM-, FM-, XM- of DAB-band (indien van toepassing).
TUNER MODE : "FM Mute On" ("FM Dempen Aan") of "FM Mute Off" ("FM Dempen Uit") activeren
In combinatie met [
] een selectie maken uit van toepassing zijnde opties van het XM- of
DAB-menu.
BLEND : De functie BLEND (MENGEN) in- of uitschakelen.
MEMORY : Het huidige station opslaan in het geheugen voor de Voorkeuzenummer.
DELETE : Geselecteerde voorkeuzenummers of alle voorkeuzenummers wissen.
[
]: In combinatie met TUNER MODE of andere geschikte knoppen een selectie maken uit van
toepassing zijnde opties van het XM- of DAB-menu.
ENTER : De stand Voorkeuze of Afstemmen selecteren op de AM/FM-band. Signaalsterkte tonen in
de DAB-stand.
INFO: Scherminformatie tonen die wordt verstrekt door het RDS-station,het XM-kanaal of de DAB-
uitzending waarop op het moment is afgestemd.