Inhoudsopgave
Advertenties
2. LUCHTTOEVOER EN
AANSLUITINGEN
A. SLANGEN ① EN VOEDINGSBRON ②
Voor HA55SF2/18 (Fig.2)
GEBRUIK ALTIJD DE SPECIALE LUCHTCOMPRESSOR EN
LUCHTSLANG VOOR HET APPARAAT.
Voor verbeterde prestaties werkt dit apparaat op een hogere
luchtdruk dan conventionele nagelapparaten Gebruik voor het
apparaat altijd de speciale luchtcompressor en luchtslang (MAX
PowerLite-compressor en MAX PowerLite-slang).
Het gebruik van gas onder hoge druk (bijvoorbeeld zuurstof of
acetyleen) resulteert in abnormale ontbranding, mogelijk met een
explosie tot gevolg.
Gebruik uitsluitend de speciale luchtcompressor en luchtslang.
B. WERKDRUK:
10 tot 23 bar (140 tot 320 psi). Selecteer voor de beste prestaties
een werkluchtdruk binnen dit bereik op basis van de toepassing
en het werkoppervlak. Gebruik de laagste geschikte instelling om
geluid, trillingen en slijtage te minimaliseren.
OVERSCHRIJD NOOIT 23 bar (320 psi).
Voor NF255SF2/18 (Fig.3)
A. LUCHTFITTINGS/KOPPELINGEN
APPARAAT:
Dit apparaat heeft een NPT-aansluiting (1/4 inch - mannetje). De
binnendiameter moet 7 mm (0,28") of groter zijn. Installeer een
mannelijke plug op het gereedschap die vrij stroomt en die de
luchtdruk van het gereedschap laat ontsnappen wanneer het
wordt losgekoppeld van de voedingsbron.
B. WERKDRUK:
4 tot 7 bar (60 tot 100 psi). Selecteer voor de beste prestaties een
werkluchtdruk binnen dit bereik op basis van de toepassing en het
werkoppervlak. Gebruik de laagste geschikte instelling om geluid,
trillingen en slijtage te minimaliseren.
C. SLANGEN ①:
OVERSCHRIJD NOOIT 8 bar (120 psi).
Slang heeft een min. diameter van 6 mm (1/4 ") en max. lengte
van niet meer dan 5 m (17").
De toevoerslang moet een fitting bevatten die zorgt voor "quick
disconnecting" (snel loskoppelen) van de mannelijke stekker op
het gereedschap.
D. VOEDINGSBRON:
Gebruik alleen schone, gereguleerde perslucht waarvan de druk
is geregeld om de maximale luchtdruk die op het gereedschap is
aangegeven, niet te overschrijden.
Als de regelaar defect raakt, mag de maximale luchtdruk die
aan het gereedschap wordt geleverd niet hoger zijn dan 13,8 bar
(200 psi) of 1,5 keer de maximale luchtdruk, welke van beide het
grootst is.
(Luchtfilter ③, Regelaar ④, Oliespuit ⑤):
E.
3-DELIGE LUCHTSET②
Om prestaties te optimaliseren, gebruik een 3-delige luchtset ②.
Een filter ③ helpt om de beste prestaties en minimale slijtage van
het gereedschap te krijgen, omdat vuil en water in de luchttoevoer
de belangrijkste oorzaken van slijtage van het gereedschap zijn.
Regelmatige, maar niet overmatige smering (één druppel op elke
100-200 nagels) is vereist voor de beste prestaties. Olie die wordt
toegevoegd via de luchtleidingverbinding zal de interne
onderdelen smeren.
N.B.:
Regelmatige, maar niet overmatige smering is vereist voor de
beste prestaties. Laat na gebruik van het apparaat 2 of 3 druppels
olie in de luchtinlaat lopen met behulp van een oliespuit.
3. BEDIENINGSINSTRUCTIES
1. VÓÓR GEBRUIK
❶
❷
Draag een veiligheidsbril.
❸
Sluit de luchttoevoer niet aan.
❹
Controleer of alle schroeven zijn vastgedraaid.
❺
Controleer of de contactarm en trekker soepel bewegen.
❻
Sluit de luchttoevoer aan.
Controleer op luchtlekkage. (Het apparaat mag geen
❼
luchtlekkage vertonen.)
Houd het apparaat vast met uw vinger van de trekker, druk
daarna de contactarm tegen het object. (Het apparaat mag
❽
niet werken.)
Houd het apparaat met de contactarm vrij van het object en
❾
druk de trekker in. ( (Het apparaat mag niet werken.)
Ontkoppel de luchttoevoer..
2. BEDIENING
LADEN VAN NAGELS
❶
(Fig.4) Duw de klikhendel ① en trek de schuifeenheid uit
②voorzichting zover als het lukt.
❷
Plaats de nagels ①in het magazijn ②.
❸
Duw de schuifeenheid naar voren tot het niet verder kan.
OPMERKING:
Zorg ervoor dat de punt van de nagel die moet worden gereden in
de onderkant van het magazijn.
VAN
HET
WERKING TESTEN
❶
Stel de luchtdruk in op 10 bar (140 psi) voor HA55SF2/18 en
4 bar (60 psi) voor NF255SF2/18 bij het aansluiten op
❷
luchttoevoer.
Druk zonder de trekker aan te raken de contactarm tegen
het werkobject aan.
❸
Druk de trekker in. (Het apparaat moet een nagel afvuren.)
Houd het apparaat boven het werkobject en druk de trekker
in.
Druk zonder de trekker aan te raken de contactarm tegen
❹
het werkobject aan. (Het apparaat moet een nagel afvuren.)
Stel de luchtdruk zo laag mogelijk in op basis van de
diameter en lengte van de nagels en de hardheid van het
werkobject.
NAGELS AANBRENGEN
Dit
gereedschap
ACTIVERING.
GEBRUIK MET SEQUENTIËLE ACTIVERING
Voor eenmalig afvuren van een bevestiger, activeeri de
contactarm tegen het werkstukoppervlak en haal de trekker over.
Er wordt een bevestiging aangebracht. Laat de trekker los en
begin opnieuw.
STELKNOP VOOR INDRIJFDIEPTE (Fig.7)
Stel de indrijfdiepte af door de stelknop ① te draaien zoals
hieronder aangegeven.
TREKKERVERGRENDELING MECHANISME
Dit apparaat is voorzien van een trekkervergrendeling. De trekker
moet te allen tijde vergrendeld zijn, tot het moment waarop u een
nagel in het werkoppervlak wilt aanbrengen. Druk grendelknop
LOCK knop① in en draai deze rechtsom van de stand LOCK naar
als de nagels zijn aangebracht de grendelknop ① in en draai
de stand UNLOCK vlak voordat u nagels gaat aanbrengen. Druk
deze linksom naar de stand LOCK.
MECHANISME TEGEN VUREN ZONDER NAGELS (Fig.9)
3
is
geassembleerd
Diep
met
SEQUENTIËLE
Ondiep
Advertenties
Inhoudsopgave
