Inhoudsopgave
Advertenties
Weertrend
Het apparaat heeft een indicatie voor de weertrend (2), die
wordt weergegeven door 4 symbolen:
• Zonnig (19)
• Licht bewolkt (20)
• Bewolkt (21)
• Regen (22)
19
FORECAST
FORECAST
21
Info
Het apparaat heeft geen sensor voor de atmosferische
luchtdruk. De weertrend is gebaseerd op de
verandering van de relatieve luchtvochtigheid.
Verandert de relatieve luchtvochtigheid binnen een uur
meer dan ± 5 %, wordt de indicatie van de weertrend
hierop aangepast. Ligt de relatieve luchtvochtigheid
onder 40 %, wordt het symbool voor zonnig weer (19)
weergegeven. Ligt deze boven 80 %, wordt het
symbool voor regenweer (22) weergegeven.
Comfortindicatie
Het apparaat heeft een comfortindicatie (3), die wordt
weergegeven door 3 symbolen:
•
Droog
•
Aangenaam
•
Vochtig
De toewijzing aan een van de drie categorieën gebeurt op basis
van een combinatie van temperatuur en relatieve
luchtvochtigheid. Hierbij gelden de volgende criteria:
1. Ligt de relatieve luchtvochtigheid onder 40 %, ongeacht bij
welke temperatuur, wordt het symbool
weergegeven.
2. Ligt de relatieve luchtvochtigheid tussen 40 en 70 % en de
temperatuur tussen 20 en 25 °C, wordt het symbool
(aangenaam) weergegeven.
3. Ligt de relatieve luchtvochtigheid boven 70 %, ongeacht bij
welke temperatuur, wordt het symbool
weergegeven.
NL
20
FORECAST
FORECAST
22
(droog)
(vochtig)
4. Ligt de relatieve luchtvochtigheid tussen 40 en 70 % en de
temperatuur niet tussen 20 en 25 °C, wordt geen symbool
weergegeven.
Temperatuurverloop
Het apparaat toont permanent de verandering van de
temperatuur tijdens de laatste 12 uur binnen een bereik van
max. ± 3 °C (4). De dikte van een balk staat voor een
verandering van 1 °C of 1,8 °F.
Weergave van maximale en minimale waarden
Het apparaat slaat de hoogste en laagste waarden van de
temperatuur en de relatieve luchtvochtigheid op. Deze waarden
kunnen door drukken op de toets MEM (11) worden
weergegeven:
1. Druk één keer kort op de toets MEM (11), voor weergave
van de maximale waarden.
ð De maximale waarden worden samen met het
symbool MAX weergegeven.
2. Druk opnieuw op de toets MEM (11), voor weergave van de
minimale waarden.
ð De minimale waarden worden samen met het
symbool MIN weergegeven.
3. Druk opnieuw op de toets MEM (11), om de modus te
verlaten.
Temperatuurweergave wisselen tussen °C en °F
Druk kort op de toets DOWN (10), voor het wisselen tussen
graden Celsius en Fahrenheit op de temperatuurweergave.
Systeem resetten
U kunt het systeem van het apparaat resetten naar de
startconfiguratie. Hiervoor moet u met een puntig voorwerp op
de toets RESET (7) in de opening drukken.
Onderhoud en reparatie
Batterij vervangen
Het vervangen van de batterij is nodig, als het batterijsymbool
bij de indicatie van de weertrend (2) wordt weergegeven of als
het display onvolledig of helemaal niet wordt weergegeven. Zie
hoofdstuk bediening.
Reiniging
Reinig het apparaat met een vochtige, zachte en pluisvrije doek.
Zorg dat geen vochtigheid in de behuizing komt. Gebruik geen
sprays, oplosmiddelen, alcoholhoudende reinigingsmiddelen of
schuurmiddelen, maar uitsluitend water voor het bevochtigen
van de doek.
Reparatie
Wijzig het apparaat niet en bouw geen reserveonderdelen in.
Neem voor reparaties en controles van het apparaat contact op
met de fabrikant.
klimaatstation BZ07
7
Advertenties
Inhoudsopgave
