7.1.4. Staartstroom
De accu wordt beschouwd als "volledig opgeladen" zodra de laadstroom is gedaald tot minder dan de ingestelde "staartstroom".
De parameter "staartstroom" wordt uitgedrukt als een percentage van de accucapaciteit.
Opmerking: Sommige acculaders stoppen met opladen wanneer de stroom onder een ingestelde drempel daalt. In dat geval
moet de staartstroom hoger worden ingesteld dan de drempelwaarde.
Zodra de accu bewaker detecteert dat het spanning van de accu het "Geladen spanning" heeft bereikt en de stroom is gedaald tot
beneden de "Staartstroom" voor een bepaalde tijd zal de accubewaker de laadstatus op 100 % zetten.
Standaardinstelling
Bereik
4,00 %
0,50 - 10,00 %
7.1.5. Detectie tijd opgeladen
Dit is tijdsduur dat aan de "spanning bij opgeladen" en "staartstroom" moet worden voldaan zodat de accu volledig is opgeladen.
Standaardinstelling
Bereik
3 minuten
0 - 100 minuten
7.1.6. Peukert-exponent
Stel de Peukert exponent in volgens het accu specificatieblad. Wanneer de Peukert exponent onbekend is dient men deze in te
stellen op 1,25 voor loodzuur accu's en op 1,05 voor lithium accu's. Bij een waarde van 1,00 schakelt de Peukert-compensatie uit.
De Peukert waarde voor loodzuur accu's kan berekend worden. Voor meer informatie over de Peukert berekening, accucapaciteit
en de Peukert exponent bekijk het Peukert exponent hoofdstuk.
Standaardinstelling
Bereik
1.25
1.00 - 1.50
7.1.7. Laadefficiëntiefactor
De "laadefficiëntiefactor" compenseert de capaciteitsverliezen (Ah) tijdens het opladen. Een instelling van 100 % betekent dat er
geen verliezen zijn.
Een laadefficiëntie van 95 % betekent dat er 10 Ah moet worden overgebracht naar de accu om daadwerkelijk 9,5 Ah in de accu
te op te slaan. De laadefficiëntie van een accu is afhankelijk van het accutype, de leeftijd en het gebruik. De accu bewaker houdt
rekening met dit fenomeen met de laadefficiëntie factor.
Standaardinstelling
Bereik
95 %
50 - 100 %
De laadefficiëntie van een loodzuuraccu is bijna 100 % zolang er geen gasproductie plaatsvindt. Gasvorming betekent dat een
deel van de laadstroom niet wordt omgezet in chemische energie, die wordt opgeslagen in de platen van de accu, maar wordt
gebruikt om water om te zetten in zuurstof en waterstofgas (zeer explosief!). De energie die in de accuplaten wordt opgeslagen,
kan bij de volgende ontlading worden teruggewonnen, terwijl de energie die wordt gebruikt om water om te zetten verloren gaat.
Gasvorming kan gemakkelijk worden waargenomen in natte accu's. Houd er rekening mee dat het "alleen zuurstof"-einde van de
laadfase van verzegelde (VRLA) gel- en AGM-accu's ook leidt tot een lagere laadefficiëntie.
7.1.8. Stroomdrempel
Wanneer de gemeten stroom onder de waarde van de "stroomdrempel" valt, wordt deze als nul beschouwd. De "stroomdrempel"
wordt gebruikt om zeer kleine stromen op te heffen die, op lange termijn, een negatieve invloed kunnen hebben op de
uitlezing van de laadstatus in luidruchtige omgevingen. Bijvoorbeeld: wanneer de werkelijke lange termijn stroom 0,0 A is en
de accubewaker 0,05 A meet als gevolg van geïnjecteerde lawaai of kleine afwijkingen, dan kan de accubewaker op lange
termijn wellicht incorrect aangeven dat de accu leeg is of opgeladen moet worden. Wanneer de stroomdrempel in dit voorbeeld is
ingesteld op 0,1 A zal de accubewaker rekenen met 0,0 A zodat fouten geëlimineerd worden.
Bij een waarde van 0,0 A schakelt deze functie uit.
Standaardinstelling
Bereik
0,10 A
0,00 - 2,00 A
7.1.9. Gemiddelde "resterende tijd"
De gemiddelde "resterende tijd" specificeert het tijdvenster (in minuten) waarin het filter voor het berekenen van het gemiddelde
werkt. De waarde 0 schakelt het filter uit en geeft een realtime uitlezing. De weergegeven waarde "resterende tijd" kan echter
Pagina 21
Handleiding - SmartShunt IP65
Stapgrootte
0,1 %
Stapgrootte
1 minuut
Stapgrootte
0.01
Stapgrootte
1 %
Stapgrootte
0,01 A
Alle functies en instellingen