Standaard gebruikt de SUN-omvormer zijn interne temperatuur voor accutemperatuurgecompenseerd laden. Er wordt 's ochtends
een interne temperatuurmeting gedaan en vervolgens weer wanneer de SUN-omvormer minimaal een uur inactief is geweest,
bijvoorbeeld wanneer de lader niet actief een accu oplaadt of een belasting heeft.
Wanneer de SUN-omvormer deel uitmaakt van een VE.Smart-netwerk en een accu temperatuurmeting ontvangt van een Smart
Battery Sense of een accumonitor met een temperatuursensor, wordt de werkelijke accutemperatuur gedurende de dag gebruikt
voor temperatuurgecompenseerd opladen.
Loskoppeling bij lage temperatuur
Deze instelling wordt gebruikt om schade aan een lithiumaccu te voorkomen door opladen bij lage temperaturen uit te schakelen.
De "Uitschakeling bij lage temperatuur"-functie is alleen actief wanneer een temperatuursensor is
aangesloten. Raadpleeg hoofdstuk
De instelling "loskoppeling bij lage temperatuur" is standaard uitgeschakeld. Wanneer ingeschakeld kan de lage loskoppel
temperatuur worden ingesteld. De standaard temperatuur is 5 °C, dit is een geschikte temperatuur instelling voor
lithiumijzerfosfaat (LFP) accu's. Controleer echter altijd met de lithiumaccu leverancier waarop deze instellingen ingesteld zou
moeten worden.
Het mechanisme "loskoppeling bij lage temperatuur" zal het laden van de accu stoppen wanneer de temperatuur gezakt is
beneden de instelling voor lage temperatuur loskoppeling. Accu laden zal hervat worden wanneer de temperatuur 0,5 °C boven
de lage temperatuur loskoppeling instelling gestegen is.
Houd er rekening mee dat de instelling "loskoppeling bij lage temperatuur" niet nodig is voor Victron Lithium Smart-accu's of voor
Victron Super Pack-accu's met serienummer HQ2040 en hoger. Deze instelling is alleen nodig voor lithium-accu's die het opladen
niet kunnen blokkeren wanneer de temperatuur te laag wordt.
Pagina 17
SUN Inverter Handleiding
Temperatuurgecompenseerde laadgrafiek
Temperatuursensor [4]
voor meer informatie.
Configuratie