Advertenties
INSTALLATIE VAN UW INGEBOUWDE C-LUCHTGORDIJN
Het ingebouwde C-luchtgordijn moet in plafonds of scheidingswanden worden
ingebouwd.
Locatie
Het apparaat moet worden gemonteerd binnen
de gespecificeerde hoogte van 1,8m minimum tot
2,75m maximum (van de grond tot de onderkant
van het apparaat) en moet zo dicht mogelijk bij
de deur worden aangebracht. Opmerking: de
luchtuitlaat moet zo dicht mogelijk bij de deur
worden geïnstalleerd, zoals hiernaast afgebeeld.
Voor de beste prestaties moet het luchtgordijn zo
dicht mogelijk bij de deur worden geïnstalleerd;
obstakels zoals openingsinrichtingen,
constructiebalken enz. doen afbreuk aan de prestaties.
Het ingebouwde C-luchtgordijn heeft een reeks vierkante luchtgaten in een van de
zijpanelen, dat in de plafondruimte zit wanneer de eenheid is geïnstalleerd. Er moet een
luchtopening van minimaal 50 mm tussen deze luchtgaten en een obstakel of
scheidingswand worden vrijgelaten, zodat de lucht via deze gaten vrij het luchtgordijn in kan
stromen. Verder moet de plafondruimte groot genoeg en vrij geventileerd zijn, zodat er
voldoende ventilatielucht (m
plafondruimte rondom het luchtgordijn dicht is, is een ventilatierooster nodig met een
effectieve vrije ruimte (cm
binnen de plafondruimte te zijn, zodat er lucht door de vierkante gaten kan stromen.
Tabel 1
Luchtgordijn
C1000R
C1500R
C2000R
Plafondbevestiging
Maak een gat in het plafond volgens de aangegeven maten in Figuur 1, waarbij de lengte
van de opening precies moet zijn. Het luchtgordijn moet op de zij worden gekanteld en
omhoog gebracht om door de opening te passen, waarbij er voldoende speling in hoogte is.
Het luchtgordijn zal door het gat in het plafond passen.
Met behulp van de schroefgaten voor M8 draadstang
aan de bovenkant van de omkasting, (4x, zie Figuur 1
afmetingen) kan het toestel opgehangen worden.
Breng de draadstangen aan in de schroefgaten en
bevestig aan de ophangbeugel aan onderkant van het
luchtgordijn. (zie bijlage). Zet de draadstang vast door
contramoeren aan te brengen aan de onder- en
bovenkant van de ophangbeugel (draadstangen en
contramoeren worden NIET bijgeleverd).
Zorg dat de draadstang niet uitsteekt aan de onderkant van het toestel. Zorg ervoor dat elk
van de schroefstangen is bevestigd aan een geschikte constructie die het gewicht van het
apparaat kan dragen (voor gewicht van het apparaat, zie Tabel 2)*.
*De installateur is er zelf voor verantwoordelijk te zorgen dat de bevestigingspunten
en bouten die worden gebruikt geschikt zijn voor het te installeren luchtgordijn.
4001150-6
3
/uur) door de eenheid kan stromen, zie Tabel 1. Als de
2
) zoals aangegeven in Tabel 1 en dient er een adequaat luchtpad
Vereiste luchtstroming in
3
plafondruimte (m
/uur)
353
421
707
Effectieve vrije ruimte rondom
ventilatierooster voor een dichte
plafondruimte (cm
500
700
1200
Pagina 99 van 128
2
).
Advertenties
