Meterbeschrijving
1.
Laserpointer-straal
2.
IR sensor
3.
Meettrigger
4.
Batterijdeksel
5.
Handgreep
6.
LCD display
7.
Functieknoppen
Gebruiksaanwijzingen
1. Houd de meter vast bij de handgreep en richt deze naar het op te meten oppervlak.
2. Trek aan de oranje trigger om de meter aan te zetten en houd deze vast om te starten
met de test. De temperatuurmeting, het 'SCAN' symbool, de stralingsvermogenwaarde
(E=0,95) en de meeteenheid verschijnen op het LCD. Opmerking: Vervang de batterij
als het display niet oplicht.
3. Terwijl u blijft trekken aan de trigger:
a. Druk op de laserknop
verschijnt het lasersymbool
rode straal iets meer dan een centimeter onder het testpunt (nogmaals drukken op
de laserknop schakelt de laser uit).
b. Kies de temperatuureenheid met behulp van de
c.
Druk op de achtergrondverlichtingsknop
te schakelen.
4. Laat de trigger los. De meting wordt gedurende 6 seconden vastgezet (HOLD
verschijnt op de LCD) en daarna wordt de meter automatisch uitgeschakeld.
Buiten bereik-indicator
Als de temperatuurmeting 1000°F (538℃) overschrijdt, zal de thermometer streepjes
weergeven in plaats van een temperatuurmeting.
Gezichtsveld
Het gezichtsveld van de meter is 8:1. Bijvoorbeeld, als de meter zich op 30 cm bevindt van
het doel (punt), moet de diameter van het doel tenminste 5 cm zijn. Andere afstanden
worden in het onderstaand gezichtsvelddiagram weergegeven.
Let op, metingen moeten over het algemeen worden uitgevoerd op een afstand van minder
dan 5 centimeter van het doel. De meter kan metingen doen vanaf grotere afstanden maar
dan kunnen de metingen beïnvloed worden door externe bronnen of licht. Bovendien kan
de puntgrootte zo groot zijn dat het oppervlakken bevat die niet zijn bedoeld om gemeten
te worden.
1
2
3
4
om de laserpointer in te schakelen. Als de laser AAN is,
op het LCD over de temperatuurmeting. Richt de
o
o
C of
om de LCD achtergrondverlichting in
20mm
@ 160mm
40mm
@ 320mm
3
6
7
5
F knop.
80mm
@ 640mm
42510-EU V3.4 2/09