6.1.3 Batterij plaatsen
1. Plaats de batterij terug in de batterijhouder.
Batterij plaatsen
2. Nu de sleutel naar rechts draaien en eruit trekken. Nu
is de batterij vergrendeld.
Batterij vergrendelen
3. Controleer of de batterij stevig zit.
6.2
Informatiesysteem batterij.
Aan de bovenzijde van de batterij bevindt zich het infor-
matiesysteem van de batterij met vier leds en een batterij-
knop. Zodra u de batterijknop indrukt, gaan de leds bran-
den. Aantal en soort van het branden geeft informatie over
de laadstatus en de capaciteit van de batterij.
Batterijknop
6.2.1 Laadstatus controleren
Druk kort op de batterijknop, dan branden de leds en u
ziet de huidige laadstatus van de batterij.
16
Originele gebruikershandleiding | Groove 2.0
DISPLAY
••••
4 leds gaan branden
3 leds gaan branden
•••
••
2 leds gaan branden
•
1 led knippert
* Als de batterij leeg is, zal deze na korte herhaling nog
één keer kort werken om daarna opnieuw uit te schake-
len. Ze moet nu opgeladen worden.
Controleer voor elke rit de laadstatus om vast te
stellen of de batterij voldoende geladen is voor de
geplande rit.
6.3
Batterijmanagement
Het batterijmanagement controleert de temperatuur van
uw batterij en waarschuwt u voor foutief gebruik.
Als er een externe kortsluiting aan de contacten of
de laadbus zou zijn veroorzaakt, neem dan contact
op met uw vakhandelaar.
Laad de batterij steeds op onder toezicht en ver-
wijder de lader na het laadproces.
6.4
Garantie en levensduur
Bij batterijen gaat het om slijtagedelen. Slijtagedelen
hebben een garantie van twee jaar.
Treedt er in deze periode een defect op, dan vervangt de
vakhandelaar de batterij. De gebruikelijke levensduur en
de slijtage van de batterij vormen geen gebrek.
De levensduur van de batterij is afhankelijk van verschil-
lende factoren. De belangrijkste veiligheidsrelevante fac-
toren zijn:
LAADTOESTAND BATTERIJ
100 – 75 %
75 – 50 %
50 – 25 %
25 – 0 %*