Download Print deze pagina

Cma BT63i Gebruikershandleiding pagina 4

Advertenties

tien spaken. Het gatenwiel wordt via een schuif met de lichtsluis verbonden. Indien het
element juist is geplaatst, dan onderbreken de spaken van het wiel de infrarood bundel van
de lichtsluis.
De sensor is niet in staat om de draairichting van het wiel, of een verandering daarvan, vast te
stellen. Het is daarom alleen te gebruiken bij een beweging in één richting. Door het
gatenwiel en het bewegende voorwerp met elkaar te verbinden met een band kunnen
rotaties onderzocht worden.
Het gatenwiel is voorzien van een V-vormige groef. De omtrek van het wiel, gemeten in de
groef, bedraagt 0,20 m. De omtrek van de rand van het wiel bedraagt 0,21 m. D.w.z. dat de
afstandmeting bij gebruik van een koord rond het draaiende gatenwiel enigszins afhangt van
de dikte van het gebruikte koord. Een ijking kan worden uitgevoerd door de omtrek te meten
van één wielrotatie langs het gebruikte koord, en deze waarde te delen door 10 (aantal
spaken). Elke keer dat er een nieuw gat in het wiel bereikt wordt is de stapgrootte de
afgelegde afstand sinds het begin van het vorige gat. Op soortgelijke
wijze kan een pulsgestuurde meting gebruikt worden bij een rotatie. In
dit geval is een geschikte stapgrootte 2π/10 radialen (0.628 rad).
Als het gatenwiel wordt gebruikt om rotaties te meten kan de
stapgrootte van de originele hoek worden bepaald met de formule aan de rechterkant.
Suggesties voor experimenten
De CMA lichtsluis BT63i kan in een breed scala van experimenten gebruikt worden:
 Gebeurtenissen tellen
 Meten van de snelheid van een bewegend (rollend) voorwerp (met het gatenwiel
bevestigd)
 Meten van het volume in titratie-experimenten (met de Druppelteller bevestigd)
 Bestuderen van de beweging van een slinger
 Meten van de zwaartekrachtversnelling (bijv. door een zgn. gatenlineaal tussen de armen
van de lichtsluis te laten vallen).
4 | BT63i Lichtsluis Gebruikershandleiding
R
pulley
Q=
*
10
R
object

Advertenties

loading