Download Print deze pagina

Cma BT70I Gebruikershandleiding pagina 2

Advertenties

Korte beschrijving
De Stralingsensor BT70i is gevoelig voor alfa-, bèta- en gammastraling. Alfa-, bèta- en
gammastraling ioniseren het materiaal waar de straling op valt of doorheen gaat. De
hoeveelheid straling wordt in het algemeen bepaald door de mate van ionisatie te meten
die er het gevolg van is. De stralingsensor gebruikt een Geiger-Müller telbuis om deze
straling te detecteren. De GM-buis bestaat uit een anode (positieve elektrode) die centraal
gemonteerd is in een buisvormige kathode (negatieve elektrode), gevuld met een mengsel
van argon, neon en halogeengas. De kathode is een dunwandige metalen cilinder, die aan
beide zijden gesloten is om het gas in te sluiten. De anode bestaat uit een draad die door
de cilinder heen loopt. Er bestaat een hoge spanning tussen de elektroden waardoor
binnen de kamer een elektrisch veld ontstaat. Als straling door de kamer passeert, ioniseert
dit het gas, en de ionen zorgen via een kettingreactie voor een stroompuls. De sensor
verwerkt deze pulsen elektronisch tot een stralingsniveau in getelde pulsen per minuut.
Iedere gedetecteerde puls wordt begeleid door een klikgeluid.
Het uiteinde van de GM-buis heeft een dun micavenster. Hierdoor kunnen alfadeeltjes de
GM-buis binnendringen en gedetecteerd worden. Het micavenster is ook gevoelig voor laag
energetische bètadeeltjes en gammastraling die niet kan doordringen in de plastic
behuizing of via de zijkanten van de telbuis. Als de GM-buis een vervalgebeurtenis
detecteert, is er een korte tijd waarin geen andere vervalgebeurtenis gedetecteerd kan
worden. Dit wordt de dode tijd genoemd. De maximale dode tijd van de GM-buis is 90
microseconden (90 μs).
Om straling te detecteren richt je de sensor richting de stralingsbron. Om Alfastraling te
detecteren breng je de sensor dicht bij de bron, omdat Alfadeeltjes geen grote afstanden
door de lucht kunnen afleggen.
De stralingsensor kan direct aangesloten worden op de analoge BT ingangen van de CMA
interfaces.
Sensorherkenning
De Stralingsensor BT70i heeft een geheugenchip (EEPROM) met informatie over de sensor:
naam, gemeten grootheid, eenheid en ijking. Door middel van een eenvoudig protocol
wordt deze informatie door de CMA interfaces uitgelezen en wordt de sensor bij aansluiten
op dit interfaces automatisch herkend. Als uw Stralingsensor niet automatisch door de
interface herkend wordt, moet u deze zelf handmatig kiezen uit de Coach
sensorbibliotheek.
2 | BT70i Stralingsensor Gebruikershandleiding

Advertenties

loading