Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installeren; Installeren Algemeen; Plaatsen Toestel; Aansluiten Condensafvoer - Brink Renovent Excellent P300 Installatievoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

5.1 Installeren algemeen

De installatie van het toestel:
1. Plaatsen van het toestel (§5.2)
2. Aansluiten van de condensafvoer (§5.3)
3. Aansluiten van de kanalen (§5.4)
4. Elektrische aansluiting (§5.5)
Het installeren dient te geschieden overeenkomstig:
• Kwaliteitseisen ventilatiesystemen woningen,
• Kwaliteitseisen gebalanceerde ventilatie woningen,
• Voorschriften ventilatie woningen/woongebouwen,

5.2 Plaatsen toestel

De Renovent Excellent P300 kan middels de daartoe meege-
leverde ophangbeugels direct aan de wand worden bevestigd.
Voor een trillingsvrij resultaat dient een massieve wand met
een minimale massa van 200 kg/m
gibo- of metaalstut wand voldoet niet! Extra maatregelen zoals
dubbele beplating of extra stuts zijn dan noodzakelijk. Ten be-
hoeve van plaatsing op vloer (met dezelfde minimale massa) is
een montagestoel leverbaar.
Verder dient rekening gehouden te worden met de volgende
punten:
• Het toestel moet geïnstalleerd worden in een geïsoleerde
vorstvrije ruimte om o.a. bevriezing van de condensafvoer te
voorkomen.
• Het toestel moet waterpas worden geplaatst.
• Het toestel mag niet worden geïnstalleerd in een ruimte met

5.3 Aansluiten condensafvoer

De condensafvoer wordt bij de Renovent Excellent P300 door
het onderpaneel geleid. Het condenswater moet via de binnen-
riolering worden afgevoerd.
De condensafvoer aansluiting wordt los bij het toestel meege-
leverd en moet door de installateur onder in het toestel worden
geschroefd. Deze condensafvoeraansluiting heeft een uitwen-
dige aansluitdiameter van 32 mm.
Hierop kan middels een lijmverbinding (eventueel een haakse
bocht) de condensafvoerleiding worden gemonteerd. De instal-
lateur kan de condensafvoer in de gewenste positie onder in
het toestel lijmen. De afvoer moet onder de waterspiegel in de
zwanenhals eindigen. Giet, voordat de condensafvoer op het
toestel wordt aangesloten, water in de sifon of de zwanenhals
om een waterslot te krijgen.

5.4 Aansluiten kanalen

Alle luchtkanalen moeten luchtdicht worden gemonteerd.
Het luchtafvoerkanaal hoeft niet van een inregelklep te worden
voorzien; de luchthoeveelheden worden door het toestel zelf
geregeld.
Er moet voor de Renovent Excellent P300 een kanaaldiameter
van 160 mm worden toegepast.
Om condensatie op de buitenzijde van het buitenluchttoe-
voerkanaal en het luchtafvoerkanaal vanaf de Renovent
Excellent P300 te voorkomen, dienen deze kanalen tot op
10
Hoofdstuk 5
te worden gebruikt. Een
2
Renovent Excellent P300

Installeren

• De veiligheidsbepalingen laagspanningsinstallaties,
• De voorschriften voor het aansluiten op de binnenriolering in
woningen en woongebouwen,
• Eventuele aanvullende voorschriften van de plaatselijke ener-
giebedrijven
• De installatievoorschriften van de Renovent Excellent P300
• Naast de hierboven vermelde ontwerp- en installatie-eisen en
aanbevelingen moet de nationale bouw- en ventilatieregelge-
ving te worden gerespecteerd.
een hoge luchtvochtigheid (zoals een badkamer en/of was-
ruimte)
- Om condensvorming op toestel te voorkomen moet de opstel-
lingsruimte worden geventileerd.
• De opstellingsruimte moet zodanig worden gekozen, dat een
goede condensafvoer met waterslot en verval voor condens-
water gemaakt kan worden.
• Om versneld bouwvocht af te voeren dient de woning voor
ingebruikname een periode op natuurlijke wijze geventileerd
te worden.
• Zorg in verband met schoonmaken van de filters en onder-
houd voor een vrije ruimte van minimaal 70 cm aan de voor-
zijde van het toestel en een vrije stahoogte van 1,8 m.
• Zorg altijd voor minimaal 20 cm vrije ruimte boven de display-
kap, zodat deze altijd kan worden losgenomen.
Lijmverbinding;
Ø32 mm
het toestel uitwendig dampdicht te worden geïsoleerd. In-
dien hiervoor thermisch geïsoleerde buis wordt toegepast,
is extra isolatie overbodig.
Men dient rekening te houden met overspraak en installatiege-
luid, ook bij instortkanalen. Voorkom overspraak door het ka-
naal met afzonderlijke aftakkingen naar de ventielen toe uit te
voeren. Zo nodig dienen de toevoerkanalen te worden geïso-
leerd, bijvoorbeeld wanneer deze buiten de geïsoleerde schil
worden aangebracht.
615656-H
Schroefverbinding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave