Pairing uitgeschakeld; Wanneer het koppelen niet lukt, zet u draadloze
vochtsensor terug naar de fabrieksinstelling en probeert u draadloze
vochtsensor opnieuw te koppelen
Stap 4
Bepaal onder welk nummer de draadloze vochtsensor moet worden
geregistreerd door een "NODE ID" te configureren; druk op een van de vier
knoppen van de draadloze vochtsensor.
Druk bijvoorbeeld op knop 1; led 1 knippert één keer.
Wanneer er meer draadloze controllers of draadloze sensoren met het
toestel gekoppeld moeten worden, druk dan op verschillende (onzichtbare)
knoppen; het nummer van de knop is ook het nummer van de gekoppelde
accessoire in het toestelmenu. Lukt het pairen niet, ga dan terug naar Stap
4. Controleer ook de USB-transceiver.
De bij de ventilatie-instellingen behorende luchtstroomhoeveelheden moeten altijd op het gekoppelde WTW-
toestel worden ingesteld. Dit kan niet op de draadloze vochtsensor.
Zie voor de draadloze vochtsensor-instellingen (voor het inschakelen en instellen van de gevoeligheid van de
vochtsensor) de installatiehandleiding van het betreffende WTW-toestel; deze instelling is van toepassing op alle
aangesloten vochtsensoren.
draadloze vochtsensor 616861-C
Brink / 13