Instelling van het geluid
Encoder-draaiknop
SOURCE/POWER
MODE
Regeling Bass/Treble/Balance
(links-rechts)/Fader (voor-achter)/Defeat
1
Druk herhaaldelijk op de MODE-toets om de
gewenste modus te kiezen.
Bij elke druk verandert u de modus als volgt:
BASS → TREBLE → SUBWOOFER
→ DEFEAT → VOLUME → BASS
Niveau Bass: –7 ~ +10
Niveau Treble: –7 ~ +7
Subwoofer: 0 ~ +15
Balance: L15 ~ R15
Fader: R15 ~ F15
Defeat: ON/OFF
Volume: 0 ~ 35
• Als u de MODE-toets niet binnen 5 seconden indrukt nadat u de
modus BASS, TREBLE, BALANCE, FADER, DEFEAT of
SUBWOOFER heeft gekozen, keert het toestel automatisch terug
naar de normale modus.
* Als de subwoofermodus op OFF staat, kan het niveau niet worden
aangepast.
2
Draai aan de encoder-draaiknop tot u in elke
modus de gewenste klank verkrijgt.
Door Defeat in te schakelen (ON), keren voordien
uitgevoerde instellingen voor BASS en TREBLE terug
naar de fabriekswaarden.
• Afhankelijk van de aangesloten toestellen kan het zijn dat
bepaalde functies en indicatoren op het display niet werken.
BAND
MENU
→ BALANCE → FADER
*
Regeling van de Bass
U kunt de klemtoon van de frequentie voor de lage tonen wijzigen
om uw eigen klankbeeld te scheppen.
1
Druk op de MENU-toets om de modus BASS
ENGINE te kiezen en druk vervolgens op MODE.
BASS ENGINE → SETUP → RETURN (OFF) → BASS ENGINE
2
Druk op
of
lage tonen (lagetonen-middenfrequentie) te kiezen.
BASS ↔ TREBLE
De middenfrequentie van de lage tonen instellen
3
Druk op de SOURCE/POWER-toets om de
-1
gewenste middenfrequentie voor lage tonen te
kiezen.
80Hz → 100Hz → 120Hz → 60Hz → 80Hz
Beklemtoont de weergegeven frequentiebereiken van
de lage tonen.
De bandbreedte voor de lage tonen instellen
3
Druk op BAND om de gewenste bandbreedte
-2
voor de lage tonen te kiezen.
1,25
1,00
(Smal)
Verandert de bandbreedte voor de versterking van de
lage tonen naar breed of smal. Een brede instelling
versterkt een ruim frequentiebereik boven en onder de
centerfrequentie. Een smallere instelling versterkt alleen
de frequenties nabij de centerfrequentie.
Het niveau van de lage tonen instellen
3
-3
*1
Draai aan de encoder-draaiknop om het
gewenste niveau voor de lage tonen (-7~+10) te
kiezen.
U kunt het niveau van de lage tonen beklemtonen of
afzwakken.
4
Druk op de MENU-toets en kies RETURN.
Na 2 seconden keert het toestel terug naar de normale
modus.
Houd de MENU-toets minstens 2 seconden ingedrukt om
terug te keren naar de normale modus.
• Als u binnen 60 seconden niet op een toets drukt, wordt de
instelling van de lage tonen automatisch uitgeschakeld.
• De instellingen van het niveau van de lage tonen worden
afzonderlijk in het geheugen opgeslagen voor elke bron (FM, MW
(LW), CD, enz.) tot de instelling wordt gewijzigd. De instellingen
die u heeft ingesteld voor de frequentie en de bandbreedte van de
lage tonen voor één bron, gelden ook voor alle andere bronnen
(FM, MW (LW), CD, enz.).
• Afhankelijk van de aangesloten toestellen kan het zijn dat
bepaalde functies en indicatoren op het display niet werken. De
niveau van de lage tonen kan echter nog wel worden ingesteld als
een audioprocessor met lagetonenregeling wordt aangesloten.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de DEFEAT-functie is
ingeschakeld.
• Als u in de modus voor lagetonenregeling op
drukt, gaat het toestel over naar de modus voor
hogetonenregeling.
1
U kunt de instelling ook aanpassen door op de MODE-toets te
*
drukken. Zie "Regeling Bass/Treble/Balance (links-rechts)/Fader
(voor-achter)/Defeat" (pagina 15).
om de regelmodus voor de
0,75
0,50
(Breed)
of
15 -
NL