Korte beschrijving
De UV-B-sensor is een ultraviolet-lichtsensor, die hoofdzakelijk reageert op UV-B-
straling (ca. 220 tot 320 nm).
De UVB-sensor is opgebouwd rond een UV-gevoelige fotodiode. De diode produceert
een stroom die evenredig is met de UV-intensiteit. Het signaal van de diode wordt
versterkt door een transimpedantieversterker en naar de uitgang gestuurd.
Sensor herkenning
De sensor heeft een geheugenchip (EEPROM) met informatie over de sensor: de naam,
de gemeten grootheid, de eenheid en de ijking. Via een eenvoudig protocol (I2C) wordt
deze informatie gelezen door de CMA-interfaces en de sensor wordt automatisch
herkend wanneer hij op deze interfaces wordt aangesloten. Indien uw UV-A-sensor niet
automatisch door een interface wordt herkend, moet u uw sensor handmatig instellen
door hem te selecteren in de Coach sensorbibliotheek.
Kalibratie
De CMA UV-B-sensor BT92i wordt gekalibreerd geleverd. De output van de sensor is
lineair met betrekking tot de lichtintensiteit. De meegeleverde ijkfunctie is:
Het Coach programma maakt het mogelijk de ijking uit het sensorgeheugen (EEPROM), of
de ijking opgeslagen in de Coach sensorbibliotheek, te kiezen. Voor een betere
nauwkeurigheid kan de voor gedefinieerde ijking worden verschoven.
Het is vrij moeilijk om een UV-sensor te ijken ten behoeve van aflezing in absolute
eenheden, omdat men moet beschikken over een bron met bekende UV-intensiteit en
spectrale verdeling. Men zal de sensor vaker eenvoudiger willen ijken met een relatieve
intensiteit. In dat geval richt u de sensor op een UV-bron (meestal de zon) en definieert u
die intensiteit als 100%.
Selecteer in Coach de sensor die u gebruikt in de sensorbibliotheek en sleep deze naar de
positie waar de sensor is aangesloten op het paneel, ter vervanging van het automatisch
gedetecteerde sensoricoon:
• Klik met de rechtermuisknop op het sensoricoon en kies "Bewerk Eigenschappen".
• Stel de eenheid in op "%" en het maximum op 100.
• Het eerste punt is het nulpunt, waarbij geen licht op de sensor valt. Bedek de punt van
de UV-sensor met een schoon ondoorzichtig voorwerp. Voer 0 (nul) in "Y0" (eerste
ijkpunt).
• Stel "X0" van dit punt in op de spanning die wordt gemeten (zie het dialoogvenster).
• Laat nu de volledige UV-intensiteit op de sensor inwerken. Aangezien de oriëntatie
van de sensor van invloed is op de meting, kan de sensor het beste op zijn plaats
worden gehouden met een ringstandaard of een andere klem. Om de sensor
rechtstreeks op de zon te richten, moet u de schaduw van de sensorbuis zo klein
mogelijk maken.
• Voer 100 in bij "Y1" (tweede ijkpunt) en voer de gemeten spanning in bij "X1".
2 | BT92i UV-B Sensor Gebruikershandleiding
!"
I "
# = 510 ∙ V
#$%
!
!
( V ) .