10 Montage
10.1 IPP (Split)
1.
Neem het deksel van de behuizing van de IPP
(Split).
2.
Plaats de IPP (Split) tegen een geschikte wand
zodat rondom de behuizing aan alle kanten min-
stens 100 mm vrij is voor een betere bereikbaar-
heid en om bij de elektrische installatie en de ser-
vice gemakkelijker de kabels te leggen.
3.
Monteer de IPP (Split) recht, vlak en gelijk met al-
le bevestigingspunten zodat geen enkel onder-
deel van de behuizing uit de wand steekt.
AANWIJZING
Kies de schroeven afhankelijk van de onder-
grond waarop de montage wordt uitgevoerd.
AANWIJZING
Bij de montage moet aan IP21 voldaan wor-
den.
10.2 Omschakelklep
Toegelaten posities van de omschakelklep
6
► Monteer de omschakelklep (QN19) met aanslui-
ting AB als aanvoer voor de warmtepomp, aan-
sluiting A naar het zwembad en aansluiting B naar
het verwarmingssysteem.
Plaats de klep zo dat aansluiting AB naar aanslui-
ting B geopend is als de motor zich in ruststand
bevindt.
Bij een signaal opent aansluiting AB naar aanslui-
ting A.
10.3 Sensor
1.
Plaats de zwembadsensor (BT51) op de retouruit-
gang van het zwembad.
2.
Plaats de externe verwarmingssensor (BT25) op
de aanvoerleiding naar het afgiftesysteem na de
circulatiepomp (GP10).
3.
Plaats de sensor met kabelbinder, warmtegelei-
dingspasta en aluminiumband.
4.
Omwikkel de sensor met de meegeleverde isola-
tieband.
AANWIJZING
Plaats sensoren niet in de buurt van
sterkstroomkabels.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83024500dNL | ait-deutschland GmbH